In de media

Counseling amsterdam in de media

Mind Magazine / Kritiek op je werk

Wat doe ik nu weer fout?

Hoe je kritiek van je baas of collega’s kunt gebruiken om te groeien

Liever zou je het altijd goed doen, maar het hoort er nu eenmaal bij: kritiek krijgen op je werk. Wanneer je op een goede manier met dit ‘noodzakelijke kwaad’ omgaat, kun je er nog je voordeel mee doen ook.

Jeannette Bolck: “Krijg je commentaar van je baas, probeer dan open te staan voor wat hij of zij te zeggen heeft. Voel je niet meteen aangevallen. Vraag je baas wat hij we van je verwacht, zodat voor jullie beiden duidelijk is waar de kritiek over gaat en hoe je je kunt verbeteren. Het is ook slim om er zelf op terug te komen en te evalueren hoe het nu gaat. Je zou er zelfs voor kunnen kiezen om een soort mini-evaluatiegesprekken te houden. Daarmee laat je zien dat je bereid bent te groeien en dat je openstaat voor suggesties. Dat pleit voor je. Bovendien vergroot je als het goed is zo ook je werkplezier. Je weet of je op de goede weg zit en je voorkomt dat je tijdens het jaarlijkse functioneringsgesprek voor verrassingen komt te staan. Dat gesprek tussendoor kun je het beste ook goed voorbereiden. Zet op papier wat je wilt bespreken en kom terug op waar je de vorige keer kritiek op kreeg.”

Je baas is er niet op uit om jou af te breken, hij wil alleen je werk verbeteren

“Een probleem is dat de meeste werkgevers en leidinggevenden niet goed zijn in het geven van kritiek of te weinig tijd nemen voor dit soort zaken. Ze kiezen het verkeerde moment of breken iemand alleen maar af door te zeggen wat er allemaal niet goed gaat, zonder aanknopingspunten voor verandering te geven. Of ze geven vage kritiek als ‘je moet beter op de hoogte zijn’. Ja, dat kan natuurlijk van alles betekenen. De vraag is waar je precies beter van op de hoogte moet zijn en waaruit is gebleken dat je dat niet bent. Je moet dan zo assertief zijn om te vragen wat je baas precies bedoelt. En dat vindt niet iedereen makkelijk. Een ander probleem met die vage manier van formuleren is dat je zo ook niet kunt beoordelen of je je hebt ontwikkeld. Daarom is het verstandig om het heel concreet over specifieke taken te hebben, en te bespreken wat er moet veranderen.”

Op welke manier kun je het beste reageren wanneer iemand – tijdens een officieel gesprek of tussen de bedrijven door – zegt dat je iets niet goed doet?

“Hoe moeilijk het ook is: incasseren. Niet in de verdediging schieten, geen `ja maar’. Daarmee ondermijn je de ander en toon je geen respect voor wat hij of zij te zeggen heeft. Laat weten dat je het gehoord hebt. Zet op een rijtje waar je het wel en niet mee eens bent en kies een geschikt moment om te antwoorden. Bedenk goed of het kritiek is waar je iets mee kunt. Zo kreeg Loretta te horen dat haar collega’s haar zo gesloten vonden. Het irriteerde hen.

Ze heeft toen een tijd geforceerd geprobeerd om gezellig mee te kletsen, maar dat werkte niet. Uiteindelijk is ze bij dat bedrijf weggegaan, omdat ze voor zichzelf besloten had dat ze dit niet wilde veranderen aan zichzelf. Het was zoiets persoonlijks. Kritiek kan dus ook betekenen dat je niet op de goede plek zit. Wanneer je merkt dat een bepaalde opmerking je erg raakt dan kun je dat ook zeggen, bijvoorbeeld in de trant van: “Daar moet ik toch even over nadenken.” Dat lijkt eng om te doen, maar het lucht vaak op als je je kwetsbaar durft op te stellen. Het komt de sfeer tussen jou en de kritiekgever ook ten goede: iemand zal veel sneller geneigd zijn om samen naar een oplossing te zoeken. Wanneer je je verzet en je hard opstelt, stagneert de samenwerking en zal je leidinggevende de volgende keer waarschijnlijk alleen maar harder zijn in zijn commentaar.”

Wat kun je doen wanneer je merkt dat je met het zweet in je handen een functioneringsgesprek in gaat?

“Allereerst onderkennen dat omgaan met kritiek niet je sterkste punt is. Dat is voor veel mensen al een hele stap. Verder is het goed om je te realiseren dat je baas er niet op uit is om je af te breken en dat hij of zij waarschijnlijk heel veel meer van dit soort gesprekken moet voeren. Je baas heeft als doel jouw werk te verbeteren — voor jou en voor het bedrijf. Niet elke leidinggevende neemt dan uitgebreid de tijd om ook al je pluspunten te noemen. Bedenk verder dat kritiek een kans is om te groeien als je bereid bent die serieus te nemen. Dat betekent niet dat je alles maar klakkeloos moet aannemen, maar wel dat je ernaar moet durven luisteren en kijken of er een kern van waarheid in schuilt.

Als je het heel moeilijk vindt om met kritiek om te gaan, kan het nuttig zijn om dat bespreekbaar te maken. Met je baas, of misschien eerst met iemand anders. Als er een gevoelige snaar wordt geraakt, is het vaak zo dat je zelf ook wel weet dat je iets niet helemaal goed doet. Katja, bijvoorbeeld, kreeg steeds te horen dat ze te weinig haar gezicht liet zien op de afdeling en dat vond ze vervelend. Ze had het er te druk voor, zei ze, daarom zat ze zoveel achter haar bureau. Maar toen ik het er met haar over had, gaf ze toe dat ze het ook wel lastig vond om naar collega’s toe te lopen en ze aan te spreken. Ze gebruikte de drukte als excuus. Door dat toe te geven, kon ze aandacht aan die onzekerheid besteden in plaats van zich te verzetten tegen de kritiek.”

Tessa werkt als accountmanager. Ze heeft een collega tegen wie ze erg opkijkt; ze is heel bang dat ze iets niet goed doet in zijn ogen. Hierdoor is ze overkritisch naar zichzelf toe en doet ze er alles aan om commentaar te voorkomen. Haar gevoeligheid leidt ertoe dat deze collega heel voorzichtig met haar omgaat. Hij durft niet alles tegen haar te zeggen. Daardoor ontneemt Tessa zichzelf de kans te groeien. En als iemand anders kritiek op haar had, vraagt haar therapeut haar, zou het dan nog steeds zo hard aankomen? Nee, denkt ze. Tessa moet leren haar kwaliteiten te onderkennen en zich realiseren dat ze die onmiddellijk vergeet wanneer haar collega iets zegt. Als ze dat onder ogen durft te zien, moet ze zichzelf de vraag stellen of ze hem wel zo veel macht wil geven.

Nathalie verzet zich meteen en wordt vinnig wanneer ze commentaar krijgt op haar werk. Daarmee duwt ze collega’s van zich af. Bovendien is ze er zelf altijd lang door van slag. Om maar niet het gekwetste meisje te laten zien, stelt ze zich op als de harde tante en dat kost haar veel energie. Haar therapeut stelt haar voor het eens om te draaien: hoe is het wanneer iemand zo boos op haar kritiek reageert als zij?

Goed incasseren

  • Schiet niet onmiddellijk in de verdediging wanneer je kritiek krijgt.
  • Laat merken dat je hebt gehoord wat er is gezegd.
  • Is je niet duidelijk om wat voor gedrag van jou het precies gaat? Vraag om verduidelijking.
  • Maak er niet meer van dan het is. Betrek de kritiek niet op je persoon en al je capaciteiten.
  • Bedenk dat iemand je wil helpen en doe daar je voordeel mee.
  • Kijk waar je het mee eens bent en waarmee niet.
  • Maak duidelijke en concrete afspraken over verbetering.
  • Spreek een evaluatiemoment af.
  • Blijft het lastig voor je om de kritiek te verteren, onderzoek dan welke gevoelige snaar er is geraakt.

Mind Magazine-Pg82-83

Test: Hoe ga jij om met kritiek op je werk?

1. Stel, een collega heeft kritiek op jouw werk, maar je bent het niet met hem of haar eens. Welk gevoel overheerst bij jou?

+ verbazing

# schuldgevoel

* irritatie

2. Diezelfde collega is heel zeker van zijn commentaar. Wat doe jij?

* Je houdt een fel pleidooi voor jezelf

+ Je houdt een vriendelijk pleidooi voor jezelf.

# Je vindt het op dat moment moeilijk om uit te leggen waarom zijn/haar kritiek onterecht is.

3. De collega krijgt bijval van een andere collega. Ze zijn het met elkaar eens in hun kritiek op jou. Wat is dan het meest typerend voor jou?

# Je voelt je extra diep de grond in zakken.

+ Het zet je aan het denken. Als ze het allebei vinden, moet er wel een kern van waarheid in zitten.

* Je houdt rekening met een soort samenzwering.

4. Als het om jezelf gaat dan…

# …heb je meer oog voor je negatieve eigenschappen dan je positieve.

+ …heb je meer oog voor je positieve eigenschappen dan je negatieve.

* …sta je amper stil bij je negatieve eigenschappen, dat vind je erg vervelend.

5. Tijdens een functioneringsgesprek heeft je baas kritiek. Wat doet dat dan met jou?

+ Je trekt het je niet (te veel) aan.

* Je trekt het je aan: je voelt je enigszins beledigd (‘nou zeg!’)

# Je trekt het je erg aan: het voelt alsof je tekortschiet.

6. Tijdens dat functioneringsgesprek heeft je baas ook kritiek op een slechte persoonlijke gewoonte, zoals in je neus peuteren tijdens een vergadering of te lang kletsen op de gang. Wat doet dat met jou?

# Je voelt je zeer ongemakkelijk.

* Je raakt behoorlijk geïrriteerd. Waar bemoeit hij/zij zich mee?

+ Je kunt de humor er wel van inzien en kunt zijn/haar eerlijkheid waarderen.

7. Als iemand kritiek op je heeft dan…

# denk je dat je iets verkeerd doet.

+ probeer je je in te leven in de positie van de ander: waarom zou hij/zij dat vinden?

* vind je het moeilijk om te erkennen dat die ander gelijk zou kunnen hebben.

8. Op je werk heb je de reputatie dat je…

* koppig bent.

# verlegen bent.

+ noch koppig, noch verlegen bent.

Score

Tel op hoe vaak je +, # en + hebt geantwoord. Kijk hieronder voor de uitslag van de test.

Uitslag: Dit doe jij met kritiek

Meestal # geantwoord:
Je wordt onzeker van kritiek. Kritiek, of die nu terecht is of niet, geeft je het gevoel dat je tekortschiet. Oorzaak is je negatieve zelfbeeld. Je denkt bij voorbaat al dat je niet goed genoeg bent en/of dat je slecht presteert. Zelfs in onschuldig bedoelde opmerkingen zie je daarvoor een bevestiging. Positief aan je houding is dat je leert van kritiek en niet te koppig bent om je aan te passen.

Tip: ga bij kritiek eerst goed na of deze terecht is of niet. Houd ook rekening met wie de kritiek levert. Vindt iemand iets aan jou of je werk niet goed, dan kan dat ook komen doordat die ander overgevoelig is of een zeurpiet. Informeer ook eens bij anderen of ze het eens zijn met de kritiek.

Meestal * geantwoord:
Je reageert defensief op kritiek. Je staat niet open voor kritiek, je vat commentaar negatief op en voelt je snel aangevallen. Het gevolg: je reageert fel en/of doet de kritiek af als onzin. Jammer, want op die manier leer je er weinig van. Oorzaak is dat je het moeilijk vindt om je negatieve kanten onder ogen te zien. Je wilt niet horen dat ook jij weleens fouten maakt. Positief aan je houding is datje je niet gek laat maken door mensen die onzin uitkramen.

Tip: heeft iemand commentaar op je, onderdruk dan de impuls om daar meteen op te reageren. Zeg simpelweg: “Ik zal erover nadenken” en laat de informatie bezinken. Heb je het gevoel dat de kritiek onterecht is, dan kun je er altijd later nog op terugkomen.

Meestal + geantwoord:
Je reageert evenwichtig op kritiek. Je stelt je open en ziet kritiek voor wat het is: niet als een persoonlijke aanval, maar als iets waarvan je kunt leren. Ben je het niet eens met de kritiek, dan weerleg je de kritiekpunten op een solide manier. Fijn, want daar kunnen anderen weer iets van leren. Je kunt zo evenwichtig reageren omdat je een stevig zelfbeeld hebt. Je vindt jezelf oké zoals je bent, maar weet ook dat je niet perfect bent en dat er altijd iets te leren valt. Door deze houding kun je je op het werk optimaal ontwikkelen.

Psycholoog Jeannette Bolck heeft een praktijk voor volwassenen, pubers en kinderen in Amsterdam. Meer informatie: www.counselingamsterdam.nl.

Tekst: Marte Kaan

Illustratie: Tina Berning / Art Box – Centre For Creation

Schrijf een reactie.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *