De Pleasers van Zichzelf

De manier waarop Guy en Maria binnen kwamen was al typisch voor het probleem waar ze mee worstelden. Hij is een bankman en kwam ook in zijn nette pak met indrukwekkende aktetas aanzetten, waardoor je het feit dat hij ook nog eens Engels is al bijna niet meer hoefde te vragen. Een statige man die overkomt als de rust zelve. Voor hem uit marcherend kwam zijn vrouw binnen, de creatieve Spaanse die het op zich leek te hebben genomen om de kleuren in haar kleding ook in haar gedrag uit te drukken: één en al uitbundigheid.

De audiëntie

Opposites attract, maar op dat moment waren zij meer opposites dan attracted tot elkaar en dus ging hij in de ene hoek van de bank zitten en zij in de andere. Om zich een houding te geven, leunde Guy vervolgens naar achter, zette zijn linker enkel op zijn rechter knie en liet zijn linkerarm op de achterleuning van de bank rusten. “Zo, kom maar op.”, straalde er van hem af. Tegelijkertijd is Guy echter een man van weinig woorden en kreeg ik – zeker het eerste half uur – op alle vragen een ‘ja’ en een ‘nee’ en meer niet. Ik had het gevoel als therapeut bij hem op audiëntie te zijn. Guy zat hier alleen om zijn vrouw een plezier te doen.

Ondertussen merkte ik dat Maria heel erg het woord nam en bijna niet stil kon zitten op de bank. Om Guy zijn houding te compenseren probeerde ze mij ‘ten dienst’ te zijn en keek Maria me vaak lachend en vriendelijk aan. Zodra ik mij echter tot haar richtte met mijn vragen, kwamen de tranen al snel. “We hadden gisteren ook alweer ruzie…” Daarna volgde er nog een heel verhaal en kon ik me ineens heel goed voorstellen dat dit bij hen thuis ook zo ging: Maria die heel veel zegt en Guy die niet begrijpt wat ze eigenlijk wil. Op zo’n moment verlaat Guy als het ware het gesprek en wacht hij af totdat ‘de bui’ weer overgewaaid is. Om te voorkomen dat dit ook tijdens onze sessie gebeurde, heb ik hem weer bij het gesprek betrokken door aan Maria te vragen: “Ben je benieuwd wat Guy hiervan vindt?” Vervolgens vroeg ik aan hem: “Hoe is het voor jou als je dit zo hoort?” Deze plotselinge aandacht voor zijn gevoel verbaasde Guy vooral en dus kon hij eerst alleen maar zeggen: “Ik vind het niet leuk dat Maria verdrietig is en zich zo voelt.” Toch merkte ik dat dit hem ook wat deed ontdooien en dus vroeg ik aan Maria: “Wat zou je nu willen weten van hem?” Dit gaf Guy het gevoel dat hij betrokken werd bij het gesprek en niet alleen naar Maria haar relaas hoefde te luisteren. Hierdoor begon hij eindelijk zijn emoties te tonen. Toen ik Maria daarna nog een keer vroeg “Hoe voel je je echt?”, kon ze ineens in een zin zeggen: “Ik voel me onzeker en ik ben zo vaak zo bang dat ik niet goed genoeg ben.” Vanaf dat moment bemerkte ik een beter contact tussen de twee, ook naar mij toe. Guy en Maria konden ineens met meer begrip naar elkaar luisteren en – misschien wel het grootste verschil – hadden ook lichamelijk contact (zijn hand die haar nek kroelt; haar hand op zijn been).

Pleasers van zichzelf

“Dus Maria, wat wil je eigenlijk van Guy?”
– “Ik wil gewoon dat hij meer naar mij luistert en zegt wat hij echt voelt.”
Guy keek haar een beetje verward aan. “Hebben we nu wat opgelost dan?”
– “Ja, nou ja, voor mij wel dus. Ik vond dit al heel fijn. Je zegt anders nooit hoe je je voelt…!”
Bij Guy leek het kwartje nu gevallen te zijn. Ik kon hem bijna horen denken: “Dus het enige wat ik hoef te doen is vertellen hoe ik me voel?”

Hieruit kwam het ‘pleasen van zichzelf’ het meest duidelijk naar voren. Guy liet steeds aan Maria zien wat hij wilde: rust, duidelijkheid en niet teveel belasting van allerlei emoties – vooral omdat hij moeite had om met Maria haar emoties om te gaan. Maria deed hetzelfde: door voortdurend te zeggen hoe ze zich voelde, en die emoties juist heel erg te uiten, kwam ze op Guy over als een zeur. Terwijl haar vraag was: “Wil je dit ook aan mij terug geven? Want dan snap ik waar ik sta en hoe jij in elkaar zit.”

“Constantly talking isn’t necessarily communicating” *

Voor mij was het mooiste moment toen Guy vertelde hoe hij zich voelde. Hij zei het zo kort en duidelijk dat ik me besefte hoeveel die twee van elkaar kunnen leren. Hetzelfde geldt voor veel andere stellen: vaak kan de één leren iets meer woorden te gebruiken en ook woorden te gebruiken die bij emoties horen. Dus het niet te laten bij “Ik vind het vervelend.”, maar zich af te vragen: vind ik het frustrerend? Maakt het me bang of boos of onmachtig? De ander kan dan vaak leren om niet steeds allerlei dingen erbij te betrekken (“En toen deed je niet dit, terwijl we dat hadden afgesproken en toen zei je alleen maar…”) en te zeggen “Ik voel met niet goed genoeg voor jou. Ik ben bang dat jij me niet leuk vind.” Dat is vaak namelijk het enige waar het op neer komt…

* Citaat uit “Eternal Sunshine of the Spotless Mind