Categorie: In de media

Red / Two Minute Therapy (via Whatsapp)

Doe Twee Minuten Therapie

Voor vrouwen die en hun hart willen luchten en weinig tijd hebben: spreek een bericht in van 2 minuten dat je verstuurd via Whats app.

Je krijgt binnen 24 uur een berichtje terug van Psycholoog Jeannette Bolck.

Zij rekent de tijd die nodig is om te beluisteren, na te denken en het geven van repliek (max 15 minuten per sessie).

www.twominutetherapy.nl

Glamour / Vijf essentiële criteria voor je relatie

Een gezonde relatie voldoet aan vijf pijlers. Wat betekent de schijf van vijf voor je dagelijks leven? Relatie-therapeut Jeannette Bolck, oprichter van Two Minute Therapy legt uit.

1. Respect

Geliefden die elkaar respecteren zijn sneller geneigd om onderlinge verschillen te accepteren. Bij gebrek aan respect is iedere hobbel in de weg er al gauw eentje te veel.

Zo krijg je het terug. Jeannette Bolck: ‘Onderzoek wanneer je het kwijt bent geraakt en bespreek dat eerlijk met elkaar. Desnoods door hulp van een psycholoog in te schakelen. Gebrek aan respect is trouwens wel vaak een dealbreaker, want waarom zou je je leven eigenlijk nog met iemand willen delen die je niet respecteert?’

2. Vertrouwen

Vertrouwen is vooral een issue als het er niét is. Het zorgt voor de angst dat de ander vreemd gaat, dat je elkaar kwijtraakt, dat je al zijn/haar bewegingen wil controleren. Jaloezie is het gif voor iedere relatie. Partners die elkaar wél vertrouwen (en zichzelf) hebben een meer ontspannen relatie, waarin ze elkaar genoeg ruimte geven.

Zo krijg je het terug. Bolck: ‘Praten en het opbouwen van positieve ervaringen kan helpen. Schuw daarbij ook de meest pijnlijke punten niet. Het gaat niet om de schuldvraag, luister naar wat de trigger is geweest om vreemd te gaan. Alleen op die manier krijg je de angel er weer uit. Soms helpt het om te accepteren dat je je partner niet vertrouwt. Neem baby steps en gun jezelf de tijd.’

3. Veiligheid

Je veilig voelen bij hem maakt dat je echt jezelf kunt zijn, ook met je make-up op je kin na een wilde nacht of wanneer je een domme opmerking maakt. Pas als je je bij de ander op je gemak voelt, kun je jezelf pas echt geven. Je onveilig voelen kan ook komen doordat de ander tegen je schreeuwt of je uitlacht, dan is het beter om op te stappen, voor het uit de hand loopt.

Zo krijg je het terug. Bolck: ‘Als je je niet veilig voelt in je relatie, omdat hij bijvoorbeeld vreemd is gegaan of een enorme flirt is, is het tijd om samen weer aan positieve ervaringen te bouwen. Op die manier kun je hopelijk weer ontdekken dat je partner wél onvoorwaardelijk van je houdt. Heb je een partner die niet normaal kan communiceren en veel op je moppert of kritiek heeft, leer dan om je grenzen aan te geven. Leg hem uit waarom jij je er niet prettig bij voelt en hoe je het anders zou willen.’

4. Intimiteit

Seks en andere intimiteiten deel je (als het goed is) alleen met je geliefde.

Leef je langs elkaar heen of alleen nog als beste maatjes, zonder fysieke aantrekkingskracht? Waarom zou je hem dan nog je partner noemen?

Zo krijg je het terug. Bolck: ‘Met een drukke baan of een gezin moet je seks of een etentje helaas inplannen. Heb je helemaal geen intimiteit meer? Benader het dan als een team en werk er samen aan. Als het niet helpt kun je naar een seksuoloog of een psycholoog gaan. Probeer niet te veel in je hoofd te zitten. Om ontspannen seks te hebben moet je de to do lijstjes even parkeren. Mindfulness oefeningen kunnen helpen om meer in het nu te zijn en je bewust te worden van je lichaam en je seksualiteit.’

5. Fun

Dat stel dat zwijgend tegenover elkaar zit in het restaurant, nee dat nooit! Samen pret maken is key in een goeie relatie. Je hoeft heus niet zijn passie voor kitesurfen of gitaarbandjes te delen, maar het scheelt als je dingen samen kunt doen waar je allebei van geniet.

Hoe krijg je het terug? Bolck: ‘Investeer in elkaar, plan leuke dingen om samen te doen, een weekend weg, of een dag samen iets doen. Crëeer momentjes voor jullie tweeën die de sleur doorbreken. Maak regelmatig tijd om even bij te praten en doe dan telefoons, tv en laptop uit. Het gaat niet vanzelf, je moet er echt moeite voor doen om het leuk te houden.’

www.twominutetherapy.nl

Tekst: Sara Luiters

Psyche&Kids / ‘Nee’ zeggen…!

STOP!

Het is zaterdagmiddag en je beschildert vissen van papier-maché. Zittend op een kleuterstoel. Dat was niet helemaal de bedoeling. Je had een dagje vrij, kinderen naar opa en oma, man de hort op. Jij zou naar de sauna gaan en daarna lunchen met een vriendin. Terwijl je een poging doet opgewekt te glimlachen naar je mede-moeders (waar zijn de vaders?) vraag je je af hoe je het weer zover hebt laten komen.

Je wilt graag bijdragen maar na deze maand al drie keer te zijn op komen draven om luizen te plukken, het schoolplein te vegen en taarten te bakken vond je het wel even welletjes. Toch is het je niet gelukt dat magische woord te gebruiken. Dat woord dat het verschil maakt tussen een bestaan zoals je het zelf voor je ziet en een leven dat grotendeels wordt gedicteerd door de wensen van je omgeving. Nee.

Psyche&Kids-Pg 84Waarom is nee-zeggen zo lastig?

Vanwege de doodsimpele reden dat we bang zijn de relatie met iemand op het spel te zetten, zegt coach Jeannette Bolck. ‘Angst voor verlies speelt meestal een rol wanneer we onze grenzen overschrijden. Wanneer je wel je grenzen aangeeft kun je in conflict met iemand komen en dat kan er uiteindelijk toe leiden dat je diegene kwijtraakt of dat de relatie minder goed wordt. Daarom zeggen de meeste mensen liever geen nee. Ze verleggen hun grenzen en houden zichzelf voor dat het geen probleem is.’

Een andere hindernis is schuldgevoel wanneer je kind er de dupe van is als jij nee zegt. Marianne vertelt dat de duindag van haar zoon Moos niet doorging vanwege een gebrek aan hulp van ouders. ‘Als je nee zegt dan kies je misschien wel voor je zelf, maar niet voor je kind. En dat is voor een moeder lastig. Dus doe je het maar weer onder het mom ‘iemand moet het doen’.’

Wat zijn de nadelen van over je grenzen heengaan?

Het kan heel lang goed gaan, aldus Jeannette Bolck. ‘Maar op een gegeven moment houdt het op: dan heb je zoveel spanning en frustratie opgebouwd dat je er last van krijgt. Je kunt stressklachten ontwikkelen zoals slecht slapen, hoofdpijn, piekeren. Bovendien maakt het elk contact tot een potentiële stressbron: ontloop je de moeder van het vriendinnetje van je dochter op het schoolplein uit angst dat ze voor de zoveelste keer haar kind bij je probeert te slijten.’

Er zit nog een nadeel aan, zegt Bolck: ‘Door ‘ja’ te zeggen terwijl je nee bedoelt zet je een beeld van jezelf neer dat niet overeenkomt met hoe je je werkelijk voelt. Wanneer je jezelf laat zien als iemand die alles maar pikt en niet snel zegt ‘tot hier en niet verder’ loop je het risico dat mensen makkelijk over je heen walsen. En dat gebeurt ook vaak: mensen zeggen makkelijk een afspraak met je af, komen te laat of vragen je voor elk wissewasje om hulp.’

Psyche&Kids-Pg 85Wat zijn de voordelen van het goed aangeven van je grenzen?

Het meest duidelijke voordeel is dat je je niet gespannen voelt in het contact met anderen. Mensen uit je omgeving vormen geen bedreiging meer voor je agenda omdat je weet dat je eerlijk antwoord kunt geven wanneer ze je vragen iets voor hen te doen. Een dochter die je hulp nodig heeft bij haar Noordpoolwerkstuk, een partner die zin heeft in een spannende avond samen, een vriendin die haar hart bij je wil uitstorten: ze mogen allemaal bij je aankloppen. Als je ja zegt dan doe je dat vanuit het verlangen hen ter wille te zijn, en niet omdat je bang bent hen te kwetsen.

Bolck: ‘Dat komt omdat je gevoel van eigenwaarde niet afhankelijk meer is van de dingen die je voor anderen doet. Ook al help je een keer niet mee met verhuizen, dan ben je nog steeds even aardig en leuk. Eigenwaarde geeft je een gevoel van controle, je weet: ík sta aan het roer. Zo word je niet de hele tijd overspoeld door externe invloeden. Dat maakt je sterker.’

Een ander voordeel is dat je het voor kinderen nuttig en zelfs noodzakelijk is om regelmatig nee te horen. In Nee! Waarom ouders het niet zeggen en kinderen het wel moeten horen legt de Amerikaanse psycholoog David Walsh uit waarom frustratie en teleurstelling belangrijk zijn voor kinderen. Een beetje stress en frustratie is heilzaam omdat het een beroep doet op je zelfredzaamheid. Ruim je als ouder constant alle obstakels uit de weg dan gaat je kind geloven dat ze het zelf niet kan.

Zijn mannen beter in nee-zeggen dan vrouwen?

Wat doe je toch moeilijk, zegt je man wanneer je hem een ja-nee-dilemma voorlegt. Ook hij worstelt wel eens met nee-zeggen maar weet dat op de een of andere manier altijd razendsnel op te lossen. En dan is het onderwerp ook van tafel. Hoe komt dat? Bolck: ‘Mannen zijn vaak directer in hun communicatie. Wanneer hen iets niet zint zullen ze dat sneller zeggen dan vrouwen. Wanneer een man wél te lang over zijn grenzen gaat dan merk je dat meestal aan zijn gedrag: hij gaat bijvoorbeeld meer drinken of trekt zich terug. Dat destructieve gedrag geeft aan dat er iets niet goed zit.’

Psyche&Kids-Pg 86Hoe geef je je grenzen goed aan?

Begin klein. Oefen op iemand die je vertrouwt. Zeg nee tegen je man wanneer hij vraagt of jij jullie dochter naar ballet wil brengen. Dan nee tegen je zoon die met je wil voetballen. Nee tegen de juf, tegen je baas, tegen de generaal-moeder van de moeder-brigade op het schoolplein. ‘Nee, Jade kan vanmiddag niet bij ons spelen.’ Je kunt een uitleg overwegen als je dat prettig vindt. Of een alternatief, afspreken dat Jade volgende week komt spelen, bijvoorbeeld. Maar het hoeft niet. Belangrijk is dat je je nee vriendelijk maar beslist overbrengt. Bolck: ‘En in veel gevallen blijken die kleine veranderingen voldoende te zijn om je relatie met iemand drastisch te veranderen.’

Wanneer je het onder knie begint te krijgen en je merkt dat je relaties helemaal niet verslechteren wanneer je iemand zo nu en dan iets weigert, zul je ook weer makkelijker ja zeggen. Gewoon, omdat je dat fijn vindt, en niet omdat je denkt dat het moet.

Tekst: Marte Kaan

LIS / “Heb je even..?” Two Minute Therapy

Heb je even..?

Zit je met een heikele kwestie, maar heb je geen tijd om uitgebreid deskundig advies in te winnen? Geen nood, psycholoog en coach Jeanette Bolck bedacht de Two Minute Therapy. Na een intake spreken klanten wanneer ze vast lopen haar voicemail in, waarna Jeanette op dezelfde manier advies geeft. Deze keer aan Marjan (34), die passie en werkelijk contact mist in haar relatie.

Donderdag 18.00 uur.
Marjan spreekt in bij coach Jeannette:

“Hoi, met Marjan. Gisteren zijn mijn vriend en ik weer eens samen uit eten geweest. Ons maandelijkse uitje, waarover ik je vertelde. Het was best gezellig, maar toch denk ik dan al snel: als we straks thuis komen, moet ik wel toenadering zoeken… Ik was er zelfs tijdens het eten mee bezig en voelde me kribbig worden. Ik had dit etentje weer georganiseerd, de oppas geregeld, iets leuks aangetrokken, moet ik nou óók nog toenadering zoeken? Volgens mij kan het hem weinig schelen. Eenmaal thuis verliep het weer zoals zo vaak: ik was moe en hij viel snurkend in slaap. Weer geen stap verder gekomen. Wat moet ik nou? Zo wordt het toch nooit meer wat? Groetjes!”

Donderdag 19.00 uur.
Coach Jeannette antwoordt op de voicemail van Marjan:

“Met Jeannette, ik hoorde je bericht. Goed toch, dat je weer samen bent uit geweest? Ik begrijp dat het een beetje beladen is door de situatie. Nu móet het ineens gezellig zijn. Maar probeer te denken aan waar we het eerder over hadden: je maakt jezelf verantwoordelijk voor alles en dan word je tegelijkertijd kribbig als hij geen initiatief toont. Er zit zo veel druk op de avond dat je vergeet te genieten van het samen zijn. Misschien kun je het ijs breken door gewoon te zeggen dat je je een beetje ongemakkelijk voelt? Dat overbrugt de afstand tussen jullie. En probeer ook eerlijk te vertellen wat je denkt, want openheid is juist nodig voor intimiteit. En een stuk prettiger dan geïrriteerd zijn en je zorgen maken over wat hij allemaal van je verwacht. Maak er desnoods een grapje over. Ik hoop dat je het met hem kunt bespreken als hij straks thuiskomt. Dag!”

Tekst: Lisette Wevers

Beeld: Tom van de Leij

Cosmopolitan / Man met bagage? Omarm zijn verleden!

Man met bagage? Omarm zijn verleden!

Iedereen heeft een verleden, ook jouw nieuwe vlam. Geen reden om meteen de benen te nemen, maar wel handig als je weet hoe je ermee om moet gaan. Tips voor een man met ‘bagage’.

Stel je eens voor dat je, zodra je een nieuwe liefde vindt, álle ellende uit vorige relaties op slag bent vergeten. Dag verleden, hallo schone lei! Geen jaloezie door overspelige exen, geen trauma’s door mislukte relaties en geen bindingsangst bevorderende jeugdissues. Helaas. We hebben allemaal een rugzakje dat gevuld is met mooie en minder mooie herinneringen. Hij ook. Als blijkt dat hij zijn verleden nog niet helemaal los kan laten, hoeft dat geen reden te zijn om de boel meteen af te kappen. Maar maak ook niet de fout om zijn verleden te willen uitwissen. Met deze tips geef je je relatie de beste kans.

MAN ZONDER ERVARING

Of deze man nou echt nog nooit seks heeft gehad of niet, zijn seksuele prestaties komen op zijn zachtst gezegd wat bibberig over. Hij is zichtbaar onzeker in bed en verontschuldigt zich regelmatig. En dat werkt nou niet bepaald stimulerend.

Zo ga je ermee om:

“Dit probleem komt vaker voor dan je denkt,” zegt seksuoloog en relatietherapeut Carolien Roodvoets. “Heb geduld. Geef hem regelmatig complimenten – ook buiten de slaapkamer! – en laat merken dat je geniet. Vraag aan hem wat hij leuk vindt in bed, dan maak je het onderwerp bespreekbaar.” Maar soms moet je streng zijn, vindt psycholoog Jeannette Bolck: “Als je hem al honderd keer hebt verteld dat je hem lekker vindt en hij blijft om bevestiging vragen, is de lol er snel af. Of hij gelooft je, of het is klaar.”

MAN MET EEN GEBROKEN HART

Aiii… Zijn ex ging vreemd met zijn beste vriend en dat heeft er flink ingehakt. Aan jou de taak zijn gebroken hart weer te lijmen. Een pittige job, want zijn zelfvertrouwen is beschadigd en het verraad uit die eerdere relatie projecteert hij op jou.

Zo ga je ermee om:

“Als hij slecht van vertrouwen is, houd dan afstand,” adviseert Roodvoets. “Hij moet eerst zijn verdriet verwerken. Pas wanneer hij kan onderscheiden wat bij jou hoort en wat bij zijn ex, kun je de relatie langzaam oppakken. Houd er rekening mee dat het echte verwerken pas tijdens een nieuwe relatie gebeurt.” Bolck vult aan: “Veel vrouwen denken dat ze met goed gedrag zijn pijn kunnen verzachten. Helaas. Al zou je hem iedere minuut van de dag sms’en waar je bent, dan nog kun je zijn onrust niet wegnemen. Dat moet hij zelf doen.”

Cosmopolitan-Man met bagage-Jul 2012

MAN MET RELATIE ISSUES

Als kind was hij ooggetuige van de slechte relatie tussen zijn ouders. Misschien heeft hij de scheiding nog niet verwerkt. Als gevolg hiervan bouwt hij een muur om zich heen waar niets doorheen komt dat naar oprechte intimiteit neigt.

Zo ga je ermee om:

“Pas op! De kans is groot dat jullie allebei in extremen gaan praten en denken,” merkt Bolck op. “Hoe harder hij roept dat hij niet gelooft in ‘ze leefden nog lang en gelukkig’, hoe meer jij dat sprookjescliché wél wilt. Ren niet meteen weg, maar kijk of het helpt als jij het allemaal wat minder groot maakt. Mannen zijn geneigd erg zwart-wit te denken (surprise!), dus als jij je plannen iets bijstelt, komt het op hem al minder bedreigend over. Take it slow en zonder dat hij het doorheeft, zitten jullie in een serieuze relatie.”

MAN MET KINDEREN

Om de bagage van deze man kun je letterlijk niet heen: een kind. En dus ook een ex met wie hij altijd te maken heeft. Jouw zaterdagavond ziet er ook ineens een stuk minder spannend uit: je mag urenlang verstoppertje spelen. Maar niet de sexy variant.

Zo ga je ermee om:

Wie een papa date, staat altijd op de tweede plek. “Fout!” zegt Bolck. “Mannen zeggen dat om verwachtingen duidelijk te maken, maar als partner hoef je echt niet voor zijn aandacht te vechten. Het is wel belangrijk dat jullie duidelijke afspraken maken.” En zijn ex? “Het is niet verkeerd dat je vriend veel contact heeft met zijn ex. Hoe beter de relatie tussen hen is, hoe beter dat is voor het kind,” zegt Roodvoets. “Zorg er wel voor dat jij de positie hebt die je hoort te hebben. Feestdagen en vakanties viert hij met jou, niet met zijn ex.”

‘JA IK WIL!’- MAN

Is hij al eens verloofd geweest? Praat hij over niets anders dan huisje-boompje-beestje? Heb je al een sleutel van zijn huis na twee maanden daten? Als je overal ja op kunt antwoorden, wil hij nog maar één ding: settelen, en snel een beetje!

Zo ga je ermee om:

Probeer erachter te komen waar de haast vandaan komt. “Het kan bijvoorbeeld een reactie zijn op het feit dat jij het juist rustig aan wilt doen of hij is bang om je kwijt te raken,” meent Bolck. “Maar het kan ook zijn dat hij autonomie mist,” zegt Roodvoets. “Je wilt toch geen vent die bang is om alleen te zijn en geen eigen leven heeft?” Bolck: “Wees direct duidelijk als hij te snel gaat. Sluit een compromis en zeg dat je over een half jaar een besluit neemt over bijvoorbeeld samenwonen. Dan hebben jullie allebei een richtlijn.”

MAN DIE GEEN MAN WIL ZIJN

Zou je vlam de tweelingbroer kunnen zijn van Seth Rogen in Knocked Up? Dan weet je genoeg! Meneer weigert om volwassen te worden en vermijdt elke vorm van een serieus bestaan. Zijn ultieme vrouw? Eentje die de rekeningen betaalt.

Zo ga je ermee om:

Natuurlijk kan zo’n flierefluiter heel charmant zijn. Het maakt het leven wat minder serieus. “Maar het gevaar van een klein kind is dat je gaat moederen,” zegt Bolck. Dat zorgt niet alleen voor een scheve relatie, jij zult ook alle lasten moeten dragen als jullie straks een koophuis hebben en een kind. Wil je verder met hem? “Zet geen emotionele chantage in, maar maak er een pedagogisch vraagstuk van,” tipt Bolck. “Hoe maak je een kind zelfstandig? Door het consequenties te laten ervaren. Geef hem verantwoordelijkheid.”

Red / De pitstop-vriendin

De PITSTOP-vriendin

Ze helpt je door een moeilijke fase, wijst je de weg in een nieuwe stad of ontpopt zich tot reddende engel: tijdelijke vriendinnen zijn heel waardevol.

Toen Mariëlle (39) na haar studie besloot mee te gaan met haar vriend Xavier, die wijnhandelaar werd in Bordeaux, was het – op zijn zachtst gezegd – even wennen. Ze sprak nauwelijks frans, had niet meteen iets omhanden en haar familie en vrienden zaten akelig ver weg. Mariëlle: ‘Xavier werkte hard, hij was enthousiast over zijn nieuwe baan, over de stad. ik voelde me geïsoleerd, ook als we ’s avonds met een groep mensen uit eten gingen. De fransen waren aardig tegen me, maar met die taalbarrière was het lastig gesprekken goed te volgen, laat staan de grapjes.’ gelukkig leerde ze Vanessa kennen, een doortastende française en officemanager in een apple-onderhouds- centrum. Die regelde bij hetzelfde bedrijf een baantje voor haar, onbetaald, maar dat deerde niet. Het deed Mariëlle goed om te werken, ze spraken met handen en voeten met elkaar, hadden lol en Vanessa sleepte haar mee naar alle leuke lunchplekken van Bordeaux. ‘Ze was eigenlijk de enige die echt moeite voor me deed, nieuwsgierig naar me was. al snel werd ze mijn beste vriendin daar. Ik werd uitgenodigd bij haar familie en in hun vakantiehuis in Soulac, gingen met zijn vieren skiën in de Pyreneeën. Ik had gestudeerd, gereisd, sprak verschillende talen. Vanessa was een traditionele Bordelaise, jong gaan werken, haar geboortestad nooit uit geweest. Maar die verschillen deden even niet ter zake: ze maakte dat ik me welkom voelde in die vreemde stad.’

Na een tijdje vond Mariëlle een echte baan en ook meer haar draai, Vanessa en zij bleven vriendinnen. tot Mariëlle en Xavier terugkeerden naar Nederland. Het Franse stel kwam naar hun bruiloft, daarna heeft Mariëlle Vanessa nog één keer gezien.

RED Magazine-Pg 48Female bonding

Veel vrouwen hebben er één, of ooit gehad: een pitstop-vriendin. Ze is de juiste persoon op het juiste moment, op de juiste plaats. Je brengt een bepaalde periode intensief tijd met haar door, deelt geheimen of hobby’s, en het is of ze er altijd is geweest. Het kan die leuke moeder zijn op het schoolplein, de buurvrouw die je dagelijks ziet, een collega, een mede-zwangere, of een vrouw die net als jij in scheiding ligt, met wie je diepe gesprekken voert over het leven. tot de dag dat je verhuist, verandert van baan of smoorverliefd wordt op een nieuwe man. tot zover de pitstop-vriendin. Psycholoog/coach Jeannette Bolck van therapeuten Arts & Bolck in Amsterdam herkent het fenomeen. ‘Je kunt het pitstop-vriendin noemen, maar het is natuurlijk ouderwets bonden. Die neiging hebben vrouwen toch, bij mannen is die behoefte vaak minder groot. Zij vinden het prima om wekelijks met vrienden of collega’s een biertje te drinken. Vrouwen bouwen echt aan een vriendschap, gaan allengs vaker met elkaar afspreken. De hechting verloopt doorgaans ook sneller.’

Zelfde schuitje

Zo ging het ook bij Miranda (42), toen ze een aantal jaar geleden manager was bij een hotel. Bij het koffie-apparaat vroeg ze gekscherend aan een nieuwe collega: ‘En, hoe ziet jouw privéleven eruit: verliefd, verloofd, getrouwd?’ Ze wist niet waar ze kijken moest toen het antwoord ‘weduwe’ was. miranda: ‘Ik riep: ‘O sorry, wat erg! Ik ook met mijn botte vragen!’ maar zij reageerde heel sympathiek en was zo open over haar situatie, dat ik ook de neiging kreeg om dingen met haar te delen.’

Twee jaar lang waren ze geliefde collega’s en goede vriendinnen. Jut en Jul werden ze genoemd, werkten 10 tot 14 uur per dag, waren beiden streberige types. ‘Die hotellerie is toch een specifiek wereldje, met hoge pieken en diepe dalen. We zaten in hetzelfde schuitje, na het werk dronken we wijn, we logeerden bij elkaar en bladerden foto’s door van haar vorige leven. Ze had in Parijs gewoond met haar grote liefde, die na een halfjaar was overleden aan een hersentumor. ik was een luisterend oor voor haar, zij inspireerde mij, ik vond het bijzonder hoe down to earth ze was, en vrolijk. Zo veel tegenslag in haar leven, en toch altijd een glimlach op haar gezicht.’ Toen Miranda voor haar werk naar Londen verhuisde, regelde haar pitstop-vriendin het afscheid. Met een bootje over de grachten, oesters, champagne. Ze kreeg een prachtige ketting cadeau, en ze namen met moeite afscheid van elkaar. Ze hebben contact gehouden, dat wel. Mailen een paar keer per jaar, en als ze bij elkaar in de buurt zijn, spreken ze af, zoals binnenkort in Saint-Tropez. Meer zit er niet in, ze hebben allebei hun levens, Miranda weer in Nederland, de vriendin in Zuid-Frankrijk.

RED Magazine-Pg 49Wederzijds opportunisme

Mariëlle is inmiddels communicatieadviseur en heeft drie kinderen, net als haar Franse pitstop-vriendin. Dat weet ze via facebook. ‘Cookoo, hoe gaat het?’ vraagt Vanessa dan net als vroeger. Destijds had ze gedacht meer contact te houden, maar achteraf beseft ze dat hun werelden toch te ver uit elkaar lagen, en niet alleen qua kilometers. of de vriendschap opportunisme was? Dat heeft Mariëlle zichzelf ook weleens afgevraagd. ‘Natuurlijk had ik er een zekere baat bij, maar zij vond het op haar beurt ook leuk om met een buitenlandse vriendin te pronken en degene te zijn die de weg wees. Volgens mij was het geen bewust opportunisme, je staat open voor elkaar, dat heeft ook iets moois. ik denk met plezier aan haar terug, net als zij aan mij, vermoed ik.’

Bolck prijst die mooie kant van kortstondige vriendschappen. ‘Vrouwen hebben er vooral baat bij als ze op een lastig punt in hun leven zitten, of als er dingen in het leven veranderen. Je herkent iets in elkaar, vindt steun bij de ander, die – soms anders dan je oude vriendinnen – precies weet wat je doormaakt. Dat kan prettig zijn.’

Reddende engel

Lou (34) heeft die steun zeker ervaren. Haar relatie ging uit, ze was verdrietig en wilde niet steeds weer aan komen zetten bij haar bestaande vriendinnen. Die waren immers gelukkig in de liefde, hadden soms al kinderen. een vrouwelijke collega in het bedrijf waar ze werkte, ook vrijgezel, ontpopte zich tot reddende engel. Lou: ‘Ze was superlief, stond enorm voor me klaar, met raad en daad. als ik verdrietig was bracht ze een grote bos bloemen, ze hielp met klussen in mijn huurhuis en hoorde geduldig al mijn verhalen aan. Dat was fijn, mijn oude vriendinnen waren lang niet zo beschikbaar, natuurlijk.’ Jeannette Bolck: ‘Als iedereen onder de pannen is behalve jij, lijkt het soms of je anders of raar bent. Het voelt alsof ze je veroordelen als je tot diep in de nacht uitgaat, voortdurend aan het daten bent, of juist niet. Iemand in eenzelfde fase kan dan een verademing zijn. Eigenlijk is het dé oplossing: als die nieuwe vriendin al mee op mannenjacht gaat, hoeven je gesettelde vriendinnen op vrijdagavond niet van de bank te komen. Iedereen blij.’

RED Magazine-Pg 50Beter doseren

Toch kreeg Lou na een tijdje een wat dubbel gevoel bij haar new best friend. ‘Ging het er eerst heel relaxed aan toe, op een gegeven moment veranderde dat en reageerde ze bits als ik een afspraak afzegde. Er bekroop mij steeds meer een gevoel van verplichting. Achteraf ben ik misschien te hard van stapel gelopen met die nieuwe vriendschap: ik had de boel beter wat meer kunnen doseren.’ Dat beaamt Bolck: ‘Het is belangrijk dat een vriendschap – hoe kortdurend ook – in balans blijft. Het is toch een relatie die je aangaat. Soms is de één helemaal weg van de ander, terwijl diegene nog tien andere vriendinnen heeft. Daar moet je mee oppassen, want het kan teleurstelling opleveren. Het is een beetje zoals op de middelbare school waar vriendinnen soms bijna verliefd gedrag vertonen: ze dragen dezelfde kleren, eten hetzelfde, doen alles samen en opeens is het uit. Dat is het risico van een pitstop-vriendschap: hij kan zomaar voorbij zijn. Daarnaast kunnen ook de oude vriendschappen beschadigd raken, als er opeens een nieuwe vriendin in the picture is: je kunt het gevoel hebben afgedankt te zijn, en niet meer interessant.’ Misschien is het tijd voor een evaluatiemoment, zegt Bolck. Je hebt die vrienden nu wel zo lang, maar waarom eigenlijk? En wil je het contract nog wel verlengen? Toch adviseert de psychologe om de deur niet potdicht te gooien. ‘Maak het bespreekbaar, leg uit aan je vriendinnen dat je in een andere fase zit en hen daarom misschien even wat minder ziet. Want hoe welkom de pitstop-vriendin soms kan zijn: oude vriendschappen zijn vaak onvoorwaardelijker en dieper geworteld. Die vriendinnen zijn in de loop der tijd toch een beetje familie geworden.’

Door: Maaike Beekers

Red / Wees een flirt

Wees een flirt

Flirten laat je bloed stromen en houdt de boel sprankelend. Heel gezond dus, mits je niet te ver gaat. Maaike Beekers, zelf een behoorlijke flirt, breekt een lans voor het sjansen.

Onlangs noemde een vriendin me een ‘sjansbal’ (Brabants voor flirt). Ze vroeg: waarom flirt je überhaupt, als je thuis al een god hebt zitten? ik kaatste het balletje terug: waarom niet? Mannen zijn gewoon leuke wezens. Waarop ze vond dat ik mannen te veel credits gaf, zo leuk waren ze ook weer niet. Ze dachten maar aan één ding zodra ze stonden te praten met een innemende, mooie vrouw als ik (ja, het is een goede vriendin). Dat weigerde ik te geloven. Ik schep er namelijk plezier in om af en toe te geinen met een charmante man anders dan de mijne, van gedachten te wisselen, te dansen als het zo uitkomt. kun je flirten noemen, ik zie het als connectie maken met iemand. een man is ook maar een mens. Psycholoog en coach Jeannette Bolck van therapeu- ten arts & Bolck humt instemmend als ik het haar voorleg. ‘Vaak wordt er bij het begrip flirten meteen aan iets seksueels gedacht, terwijl daar niet per se sprake van hoeft te zijn. Je kunt een klik hebben met iemand, energie van iemand krijgen. Flirten is inter- menselijk contact, je krijgt een goed gevoel doordat je een ander een goed gevoel geeft.’

Ik zie jou

Ik denk aan een buurman, die als hij mij ziet altijd ‘hé kanjer’ roept. Daar word ik blij van, en het komt niet in me op om er iets achter te zoeken. een andere vorm van flirten is kijken op straat. Je fietst een interessante man tegemoet en wisselt een extra lange blik uit, al dan niet afgetopt met een brede glimlach. een miniflirt noemt mijn collega dat, die er haar dag graag mee begint. of: een beetje bijdehand wezen tegen die stoere systeembeheerder: dat maakt een werkweek een stuk draaglijker. Jeannette Bolck: ‘het mooie aan flirten is dat het een bepaalde spanning oproept, zonder dat het je tot iets verplicht. het is vrijblijvend, een soort spelen. Door het opbouwen van die spanning gebeurt er iets in je lijf, er worden endorfinen aangemaakt, wat energie geeft, zelfvertrouwen.’ Ze noemt een paar stokoude tactieken die – eenmaal afgestoft – prima werken: veel complimenten geven, plagen, vaak iemands naam noemen. Deze zaken maken het contact net even persoonlijker dan gewoonlijk, je geeft de ander aandacht, zegt: ik zie jou. en gezien worden, dat wil iedereen.

Soms leidt die belangstelling tot misverstanden, zoals laatst bij een medejournalist. Zij voerde op een feestje een diepgaand gesprek met een man en vroeg hem, zoals het een goede verslaggever betaamt, het hemd van het lijf. ‘Just making conversation,’ zegt ze zelf. Ze wist zich van de prins geen kwaad. ‘ik flirt heus weleens, maar nu had ik echt geen kriebel in mijn buik gevoeld.’ Dat was bij hem kennelijk anders, want de volgende dag zocht ie meteen contact, waarop zij, zeer gedecideerd, niet reageerde.

Red Magazine-Pg-56-57

Dierlijk

Hoe zit het met vrouwen die zich überhaupt niet aan het spelletje wagen? Die niet warm of koud lijken te worden van een heerschap, of het niet eens opmerken als ze beflirt worden? ‘Verlangen naar aandacht is heel basaal, dierlijk bijna,’ antwoordt de psycholoog. ‘Wellicht is het terug te voeren op de evolutie, willen we ergens toch de kansen op voortplanting vergroten. Soms wil je gewoon weten: ben ik nog leuk, lig ik nog in de markt? Sommige vrouwen scha- kelen die neiging op een zeker moment uit. Die vinden het maar onrustig, dat gesjans, en niet iedereen heeft dezelfde zucht naar avontuur natuurlijk.’

Wie flirt, houdt dus van avontuur: sounds good to me. Maar, zoals alle avontuur, is het niet helemáál risicoloos. Flirten kan tricky zijn zodra het contact lichamelijker wordt, je de elleboog van de ander aanraakt, het been, vertelt wat er mooi aan diegene is (voor casanova’s in opleiding: het raakt vrouwen meer als je zegt dat ze een mooie mond hebben dan mooie ogen). kortom, als er een grens wordt overschreden; wanneer dat is, weet je zelf meestal het best. Bolck: ‘het effect van de opwinding die vervolgens ontstaat, is vergelijkbaar met drugs, je belandt in een droomwereld met die ander en bent niet meer helemaal voor rede vatbaar. Dan kan het zomaar gebeuren dat je de controle verliest over je eigen gedrag, dat de hang naar een high het overneemt. Waarop je bereid bent met iemand het bed in te duiken, verliefd kunt worden, of misschien dingen op het spel gaat zetten.’ Sommige omstandigheden vragen om moeilijkheden. als er drank in de vrouw zit, vervagen de grenzen eerder, en loopt het ook eerder uit de hand. Wie een hele avond onafgebroken met een leuke man praat, kan zomaar met hem in een bubbel belanden. een aantal dagen met een lekker ding doorbrengen (zeg, een congres, wintersport), is helemaal linke soep. Ineens staat er niet langer een man van vlees en bloed voor je, maar een regelrechte Ken met louter goede eigenschappen, want hij zet zijn beste beentje voor en jij vult de rest in. Vaak te ruimhartig. Je ziet zijn tekortkomingen niet, noch zijn zakelijke mislukkingen, of sores thuis. Tijdens het flirten zie je de betere versie van iemand: vind je het gek dat mensen elkaar dan ineens wel zien zitten?

Lonken als tweede natuur

Er zijn verschillende categorieën flirters. Je hebt de milde flirters, die met hun charmes dingen bij anderen gedaan krijgen. De gelegenheidsflirters die af en toe de sleur van het dagelijks leven, moederschap, vaste relatie, hard werken, willen doorbreken. en dan zijn er de serial-flirters, bij wie lonken een tweede natuur is geworden. ‘gevaarlijke mensen,’ noemt Jeannette Bolck hen. omdat ze het zó automatisch doen, dat ze niet eens doorhebben dat ze er verwachtingen mee scheppen bij de ander, die zich er wel het hoofd door op hol kan laten brengen.’ enig zelfinzicht in deze kan geen kwaad. Merk je dat de ander meer wil, terwijl de hofmakerij voor jou slechts vermaak is, neem dan afstand anders wordt het egotripperij. als de tegenpartij verliefd is, kun je niet verwachten dat hij of zij de grenzen aangeeft. of mannen anders flirten dan vrouwen weet Bolck niet. Misschien gaan mannen wat rationeler te werk, en ontwikkelen vrouwen eerder diepere gevoelens. Anderzijds staan Nederlandse vrouwen te boek als zelfstandig en sterk, ook waar het om flirten gaat. en heus niet alleen als ze vrijgezel zijn. integendeel: wie al voorzien is, is vaak veel vrijer in het contact maken, er hoeft immers niet te worden gescoord. Zit er een leeftijdsgrens aan flirten? ‘Welnee,’ zegt Bolck. ‘het houdt de boel sprankelend, waarom zou je jezelf dat ontzeggen vanwege je leeftijd?’

Mijn idee. Zolang flirten leuk en lollig blijft, is er niks aan de hand. Flirten is ook openstaan voor mensen. Je leert een vers persoon kennen, die nieuwe dingen in je aanspreekt. Daar doe ik graag mijn voordeel mee.

Meer info? www.counselingamsterdam.nl

Tekst: Maaike Beekers

Fotografie: Ruth Orkin

Libelle / Jippie, alles is opgeruimd!

Waarom sommige vrouwen pas kunnen ontspannen als alles netjes is

De hele dag rondrennen op kantoor of met de kinderen, en dan ’s avonds ook nog het huis aan kant brengen. Want zolang het thuisfront niet netjes en geordend is, kan je niet rustig op de bank ploffen. Herkenbaar? Hoe kan dat toch? Waarom kunnen we in – relatieve – rommel niet ontspannen?

“Het eerste wat ik doe als ik mijn huis binnenstap is de balans opmaken: wat is vies en rommelig? Wat moet ik nog allemaal doen? Vaak begin ik al met het uitruimen van de vaatwasser terwijl ik mijn jas nog aan heb.” Aan het woord is Esther (37), moeder van twee kinderen. Esther heeft geen rust in haar lijf als niet alles in huis aan kant is. “Ik heb geen smetvrees of zo, ik maak schoon met de Franse slag. En vies fonteintje in de wc? Ik haal er een snoetenpoetser overheen en dan vind ik het wel goed. Als het maar gebeurt! Ik kan niet rustig de krant gaan lezen als dat fonteintje vies is.”

Doorslaan en niet meer ontspannen

Psychologe Jeannette Bolck herkent dit patroon. “Het is een bepaald type mensen dat zo leeft. Ze hebben veel energie, zijn altijd met honderd dingen tegelijk bezig.” Op zich hoeft daar niets mee mis te zijn. Uit onderzoek uit 2009 van van Hilde Wierda-Boer bleek dat het vervullen van verschillende rollen – opvoeder, werknemer en collega – en dus het jongleren tussen al die disciplines, ouders over het algemeen veel voldoening geeft. Met andere woorden: rondrennen is niet het probleem. Volgens Bolck is er pas iets mis als je – bijvoorbeeld in het opruimen en poetsen – doorslaat. Als je een van je rollen niet meer kunt loslaten waardoor je niet meer kunt ontspannen. “En dat ligt op de loer”, zegt ze, “want wanneer is het huishouden – of het werk, of je administratie, of wat dan ook – helemaal af? Dat bestaat gewoon niet. Je moet je op een bepaald moment kunnen afsluiten voor de ruis om je heen om te kunnen uitrusten.”

Meerdere taken voor de vrouw

Dat type mens, waar Bolck het over heeft, is dat meestal een vrouw? Bolck: “Ik kom vaker vrouwen tegen die zo zijn, althans, die erin vastlopen. Toch geloof ik niet dat het bij mannen niet voorkomt.

Psycholoog Marcelino Lopez zoekt de oorzaak voor de immer poetsende vrouw (of man) ergens anders. “Degene die zich het meest bekommert om het huis(houden) en daarin de meeste tijd en energie kwijt is, zal zich sneller storen als het – in hun ogen dan – een rommeltje is. Dat is natuurlijk waarom sommige mensen de rommel in andermans huis kunnen waarderen, terwijl het in hun eigen huis een doorn in het oog is.” Het feit is dat vrouwen nog altijd meer in het huishouden doen dan mannen. Volgens het rapport Nederland in een dag, Tijdsbesteding in Nederland vergeleken met die in vijftien andere Europese landen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) uit 2011 besteden vrouwen ongeveer drieënhalf uur per dag aan het huishouden en mannen twee uur. Lopez: “Hoe meer je je verantwoordelijk voelt voor je huishouden, hoe meer je pas kunt ontspannen als het opgeruimd is.” De situatie bij Theresa (39, moeder van drie kinderen) thuis, sluit naadloos aan op Lopez’ theorie. Zij werkt fulltime, haar man zorgt voor hun kinderen en werkt parttime. Theresa: “Mijn man moppert dat hij overdag nergens aan toekomt, constant bezig is met opruimen en dat als ik ’s avonds met de kinderen speel, alles weer een troep wordt. Liggen ze eenmaal in bed, dan plof ik op de bank. Terwijl hij de lego gaat opruimen! Ik begrijp dat niet, die lego wordt de volgende dag toch weer over de grond gegooid.” Lopez vervolgt dat degene die het huishouden doet, de staat van het huishouden ook als een visitekaartje kan zien. Lopez: “Het huishouden doen is onbetaald werk maar je wilt daar toch vruchten van zien: een opgeruimd huis. Dat levert gevoelsmatig punten op. Vandaar de drang om maar door te gaan.”

Vermoeidheid

Wat volgens Bolck ook meespeelt bij mensen die constant bezig zijn met een opruimmarathon is dat we in onze huidige maatschappij enorm veel prikkels hebben. Meerdere telefoon, computers, de iPad, propvolle agenda’s van diverse gezinsleden, de zomervakantie die al gepland moet worden, de verjaardag van oma: ‘Er is zoveel ruis in je hoofd, veel mensen kunnen dan niet nog eens ruis in hun omgeving aan. Die omgeving moet ordelijk en overzichtelijk zijn. Zo’n wasje dat daar in de hoek van de bijkeuken ligt te lonken kan niet genegeerd worden.” Jannieke (47), getrouwd, twee pubers, herkent dat deels. Jannieke: “Op kantoor werk ik heerlijk in een georganiseerde wanorde. Stapels papier op mijn bureau, drie gebruikte koffiekopjes naast mijn toetsenbord, een uitpuilende prullenbak: ik vind het heerlijk om me met alles behalve opruimen bezig te houden. Maar zodra ik een stap over de drempel van mijn huis zet, ga ik me storen aan rommel van de kinderen. Van een rondslingerende sporttas of een vies aanrecht kan ik echt hels worden. Eigenlijk is thuiskomen altijd een stressmoment: ik zit me vaak in de auto al op te winden over wat ik zal aantreffen. Na een dag hard werken eerst nog een half uur de keuken moeten poetsen: ik heb daar zo’n hekel aan!”

Volgens Jeanette Bolck is die vermoeidheid na een lange werkdag ook een reden waarom mensen zich eerder storen aan ruis om zicht heen:

“Ben je moe, dan kun je minder prikkels verdragen. En omdat je dan weer de hele avond de was gaat zitten vouwen of de badkamer gaat poetsen, kom je ook niet aan rusten toe. Zo kom je in een cirkel terecht van vermoeidheid en stress om het huishouden. Die cirkel moet je echt zien te doorbreken.”

Hoe tackel je de opruimdrang en leer je te ontspannen?

Psychologe Bolck raadt kleine stapjes aan:

“Ik houd cliënten voor dat ze heus niet meteen in een chaos hoeven te gaan leven. Het gaat erom dat ze leren loslaten, en dat kan stapje voor stapje. Oefenen helpt: vandaag poets ik niet het fornuis na het koken. Of: vanavond vouw ik geen was tijdens het tv kijken.” Bolck vraagt haar clienten wat er voor ergs kan gebeuren als er een avondje niet schoonmaakt of opgeruimd wordt. “De eerste keer jeuken hun handen om toch iets op te pakken. Maar na een keer merken ze dat de gevolgen – op zijn zachtst gezegd – te overzien zijn.” Het is een kwestie van jezelf conditioneren, zegt Bolck. “Je merkt dat je genoten hebt van een avondje niks doen, en de volgende keer wordt het een stukje makkelijker om een klusje te laten liggen.” Kortom: de wereld vergaat niet als perfectionisme iets bijgeschaafd wordt richting een handzame nonchalance.

PS:

Engels onderzoek wijst uit dat mannen de afgelopen dertig jaar een inhaalslag hebben gemaakt op huishoudgebied: ze zijn 60 % meer tijd gaan besteden aan het huishouden. Bij stellen die beiden werken, besteedt de vrouw vandaag de dag per week 33,3 uur aan betaald werk en 4,4 uur aan huishoudelijke taken. Hun mannen: 38,4 uur aan betaald werk en 2,28 uur aan huishouden. Mannen werken dus 13 procent meer, en poetsen 50 procent minder.

PS2:

Een taak die vrouwen nog altijd niet uit handen geven? De was! De keuken laten we wel graag overnemen door de man.

Weetje

Voor tips over de franse slag en andere ontsnappingsmogelijkheden: www.clubvanslechtehuisvrouwen.nl. Een vrolijke en nuttige website van een groep vrouwen die hardop durven te zeggen dat zij geen perfecte huisvrouw zijn. Omdat zij het niet kunnen, niet leuk vinden, er geen prioriteit aan stellen. Of omdat het bij hen thuis altijd een rommeltje is. De ene vrouw vindt dit juist fijn en is er trots op, de andere zoekt naar tips om dit te veranderen.

Tekst: Lara Aerts

Fotografie: Getty

LIS / Stadsstress vs. groen geluk

Stadsstress vs. groen geluk

Voor 2015 moeten een miljoen huizen worden gebouwd, veelal in Vinex-wijken rondom steden. Steeds meer mensen komen zo tussen baksteen en beton te wonen. En laten we daar nu niet voor ‘gemaakt’ zijn. Karin Winkel (46) uit hartje Amsterdam onderzocht de impact van een onnatuurlijke leefomgeving op de psyche.

Gaan we wel of niet de stad uit? Na bijna twintig jaar wonen in Amsterdam bedenken we in de zomer van 2000 dat we toe zijn aan rust en ruimte, goed voor onszelf en onze drie kinderen. Maar zeker zijn we niet en er wordt tot vervelens toe de hele vakantie over gepraat. Eindelijk wordt de knoop doorgehakt: we gaan verhuizen! Een telefoontje naar de makelaar en ’the deed is done’. Het Hoornse huis aan de haven dat we op het oog hadden, is van ons. Rust, water en veel groen. Ideaal voor de kids en veel beter voor ons jachtige ouders die maar doordenderen in het Amsterdamse. En ach, na zoveel jaren wordt het ook wel tijd om onze benedenwoning, met rinkelende trams voor de deur, te verruilen voor een ‘echt’ huis met een fatsoenlijke tuin. En garage!

Vitamine G

Recent onderzoek leverde een tastbare aanwijzing op dat de stad echt iets aan mensen veranderd. Bij een experiment bleek dat stadsmensen een hyperalert brein hebben en veel heftiger op stress reageren dan plattelandsbewoners. En hoe groter de stad, des te sterker de reactie. Het gebrek aan groen wordt als een van de oorzaken gezien. Dr. Jolanda Maas, onderzoekster aan het VU Medisch Centrum, promoveerde in 2009 met haar onderzoek naar ‘Vitamine G’ en legde het verband tussen een groene omgeving en gezondheid. Ze ontdekte dat mensen die in een groene omgeving leven zich gezonder voelen, minder kwalen hebben en minder vaak naar de huisarts gaan. Dit komt doordat deze mensen sneller herstellen van stress, vaker sociale contacten hebben en meer bewegen. Ze moeten bijvoorbeeld verder fietsen naar hun werk en meer tuinieren.

Mensen die in een groene omgeving leven, voelen zich gezonder, hebben minder kwalen en gaan minder vaak naar de huisarts

Jolanda pleit voor meer groen in stedelijk gebied. “Je kunt de verstedelijking niet tegengaan, maar wel de negatieve gevolgen ervan door extra groen aan te planten. Hoewel de woningdichtheid per hectare in Vinex-wijken toeneemt, komt hier doorgaans niet meer groen bij en dat is nu net wat wij nodig hebben.” Er zijn twee theorieën over de onstressende werking van groen. De eerste is de Stress Recovery Theory, die stelt dat wij van oudsher gewend zijn om te leven in de natuur, waar voedsel is en we dus veilig zijn, waardoor we makkelijker kunnen ontspannen. De tweede theorie, de Attention Restoration Theory, stelt dat je in de natuur snel ontspant, omdat het op een rustige en makkelijke manier afleiding biedt; je hoeft er geen moeite voor te doen. Onderzoekster Jolanda: “Groen nodigt uit tot bewegen en daarvan word je gezonder, ook geestelijk. Daarnaast bevordert een groene omgeving het opdoen van sociale contacten en dat is ook goed voor de mentale gezondheid.”

Huiduitslag

De positieve effecten van de natuur ten spijt, ons avontuur in Hoorn duurde welgeteld dertien maanden. In het begin was het aan de haven allemaal best leuk. We hadden vriendelijke buren en we genoten van het prachtige uitzicht vanuit onze keuken. Schepen voeren statig aan ons raam voorbij en ’s zomers hoorden we de stagen tegen de masten klapperen. Maar al die rust, het groen, dat water, de meeuwen, de stilte: het kon me na driekwart jaar gestolen worden. Ik wilde terug naar de drukte en gezelligheid, lopend, desnoods kruipend, het maakte me niet uit hoe. Het huis ging weer in de verkoop en na ruim een jaar trok ik de deur in Hoorn voor de laatste keer achter me dicht.

Caroline: “Ik slaap veel beter in de polder, binnen een minuut ben ik weg”

LIS-Stadsstress vs groen geluk-Jan 2012

Hoorn werd ingeruild voor de wereldstad Londen, waar manlief een baan kreeg aangeboden die hij niet kon afslaan. Hartje centrum streken we neer en genoten van vier jaar hectiek. Daarna keerden we terug naar Amsterdam. Of ik nog gedacht heb aan een terugkeer naar het platteland? Nee. Maar dat het leven in de stad zo’n negatieve uitwerking op de mens kan hebben, is geen goed nieuws voor iemand die hopeloos faalde in de provincie. Naast meer stress, blijkt uit onderzoek dat de grotestadsbewoner anderhalf keer vaker hartfalen heeft. Depressie en angststoornissen heeft hij respectievelijk 39 en 21 procent vaker en zijn kans op schizofrenie en psychose is zelfs tweemaal zo hoog. Ook zijn stadsmensen ontvankelijker voor drugs en alcohol. Fijne wetenswaardigheden voor een moeder van drie tieners. Bovendien: ik herken het. Niet de psychoses en drugs, maar in Londen hoorden we verschillende mensen die in de stad werkten, praten over de ‘London disease’, met vage klachten als hoofdpijn, misselijkheid en huiduitslag. Psychologe Jeanette Bolck kent het fenomeen. “Door het leven in de stad heeft je immuunsysteem te lijden. De prikkels van de stad schroeven het adrenalineniveau continu op, daar lijdt je lijf onder. Daar komt de veelheid aan keuzes nog bij, er is veel leuks te doen. En veel mensen willen alles. Voor je het beseft, loop je jezelf voorbij, met zowel fysieke als psychische klachten tot gevolg. De pijntjes en ongemakken sluipen erin en veel mensen zijn zich er helemaal niet van bewust.”

Polderen

Mijn vriendin Caroline zei altijd dat ze nooit de stad de rug zou toekeren, maar het liep anders. Afgelopen zomer kreeg ik een verhuisbericht: na achttien jaar domicilie in Amsterdam vertrok ze naar de Flevopolder. Ze woont inmiddels samen met Wim, de man met wie het allemaal ‘begon’. Caroline: “Eigenlijk wilde ik diep in mijn hart altijd al ooit verhuizen naar de ‘middle of nowhere’. Het leek me heerlijk om veel lucht en aandrijvende wolken te kunnen zien. Alleen durfde ik die stap nooit te nemen. Tot de liefde me over de streep trok. Toen ik hier net woonde, moest ik wel even slikken. Het was zo rustig en afgelegen. Nu ben ik helemaal gewend.” Caroline komt vanwege haar werk nog vaak in Amsterdam. “Maar zodra ik in Amsterdam ben, merk ik dat ik onrustiger word: iedereen zit elkaar in de weg, irriteert zich aan elkaar. En voor ik het weet, gedraag ik me net zo. Zo kan ik me in de stad ontzettend ergeren aan auto’s met een buitenlands kenteken die de weg niet kennen, terwijl ik in de Flevopolder achter een tractor volledig relaxed blijf. Nu ik hier woon, besef ik hoe onrustig het leven in de stad is. Ik ben op het platteland veel rustiger, minder gestresst. Ik ben ook de hele dag buiten en stap ’s avonds rozig in bed, alsof ik op wintersport ben. En ik slaap veel beter, binnen een minuut ben ik weg. Dat was vroeger wel anders. Daarnaast ben ik veel minder verkouden en heb amper nog kwaaltjes.” “Maar hoe zit het dan met je sociale leven?” vraag ik, in de hoop dat aan deze lofzang voor het platteland een einde komt. Er moet toch wel iets zijn wat tegenvalt? Caroline: “In de stad leefde ik veel individueler. Ik ken inmiddels iedereen hier en vind het ontzettend gezellig als er iemand spontaan langskomt. In Amsterdam kende ik mijn buren amper en zat ik er niet altijd op te wachten als iemand onverwacht aanwipte.”

Karin: “Al die rust, het groen, dat wat er, de stilte, het kon me na driekwart jaar gestolen worden”

Te veel groen

Hoe kan het dan dat al dat groen in Hoorn op mij niet zo’n positief effect heeft, dat ik er alleen maar meer gestresst en gedeprimeerd van werd, terwijl ik me daarna in Londen heel goed voelde? Jolanda Maas kan me daarop geen eenduidig antwoord geven. Ze vermoedt dat het Hoornse groen gewoon te veel was. Dat zou heel goed kunnen. En misschien heb ik het onbewust in Londen goed aangepakt. Ik fietste daar iedere dag naar mijn werk door Hyde Park en deed zo mijn dagelijks portie vitamine G op. Ook nu in Amsterdam fiets ik weer dagelijks door een park en bovendien loop ik daar een paar keer per week hard. Toch zetten de interviews me aan het denken. Want als ik uit het park kom, krijg ik de drukte meteen weer voor mijn kiezen. Een agressief toeterende auto, een vloekende fietser, je wordt er niet relaxter van. Ik wil ook wel met een rozig ski-gevoel binnen een minuut in slaap vallen. Psychologe Jeannette Bolck raadt haar cliënten aan veel de natuur op te zoeken. “Ga als het kan af en toe een weekend de stad uit, zoek de frisse lucht en ruimte op.” En voor al die andere dagen, weken maanden tussen baksteen en beton? “Probeer vaker, ook letterlijk, stil te staan bij wat je doet en in welk tempo. Weinig mensen houden er rekening mee dat lijf en psyche één zijn, ze steken hun kop in het zand en gaan vrolijk door in een te hoog tempo. Sta eens rustig stil voor een rood stoplicht. En zeg gewoon wat vaker: ‘Nee, nu even niet, ik ben moe.'” Kijk, met dat advies kan ik wel wat. Liever dat dan weer de stad uit.

Herstellen in de natuur

Volgens de Attention Restoration Theorie van Kaplan & Kaplan kan een individu in een herstellende omgeving, zoals de natuur, vier opeenvolgende stadia beleven.

  • 1e stadium. Willekeurige gedachten zoemen door je hoofd en verdwijnen langzaam.
  • 2e stadium. Onbewust herstel je van geestelijke vermoeidheid.
  • 3e stadium. Verwaarloosde gedachten en belangen worden verwerkt. Je hoofd wordt verder ‘leeggemaakt’.
  • 4e stadium. Reflectie op je leven, waardoor prioriteiten, mogelijkheden, handelingen en doelen aan bod komen.

Tekst: Karin Winkel

WIT bruiloft / Ontploffingsgevaar

Ontploffingsgevaar

Een moeder die bovenop je bruiloft zit, een partner die niet lijkt te beseffen dat er een bruiloft moet worden georganiseerd; genoeg aanleidingen om uit je vel te springen als je gaat trouwen. In je huwelijk straks trouwens ook. Klein probleem: het helpt niet. Hoe ga je wél constructief om met irritaties?

Mijn schoonmoeder zag onze bruiloft als een uitgelezen kans om in het middelpunt van de belangstelling te staan”, vertelt Sandra Becker. “Ze kondigde doodleuk aan dat zij zou speechen. Tijdens de ceremonie! De brutaliteit! Ik erger me altijd al aan haar koninginnesyndroom en dit was de limit. Ik reageerde snibbig en zei: ‘Nou nee, dat is nou niet bepaald de bedoeling’. En toen was het ellende: mijn schoonmoeder was tot in het diepst van haar ziel gekrenkt en mijn vriend was boos: ik had wel wat meer tact kunnen gebruiken.” Het helpt inderdaad niet om in de aanval te gaan, legt psycholoog Jeannette Bolck uit. “De bron van je irritatie kan heel valide zijn, maar als je boos wordt, stuit je op onbegrip bij de ander, die zich misschien van geen kwaad bewust is. Het is voor diegene ook heel moeilijk om naar je te luisteren als je al je kwaadheid over hem uitstort. Meestal is dan de primaire reactie terug te slaan, met woorden. Voor je het weet heb je ruzie en voelt iedereen zich ellendig.”

De druppel

Als irritaties leiden tot een ontploffing, komt dit vaak door de bekende druppel die de emmer doet overlopen. Jeannette: “Je hebt dan eerder irritaties, teleurstellingen en ongenoegens onderdrukt. Meestal heeft dit met onzekerheid te maken: je vindt dat je niet moet zeuren, wilt niet onaardig gevonden worden, of voelt je verdrietig: ben ik het niet waard om rekening mee te houden?” Als je deze gevoelens opkropt, wat vaak onbewust gebeurt, ontstaan weerstand en woede. Een klein incident kan dan zorgen voor een ontploffing. Jeannette: “In feite is het geprojecteerde boosheid: je wordt boos op de ander omdat je niet eerder voor jezelf bent opgekomen.” Het is volgens de psycholoog belangrijk om bij irritaties mild naar jezelf te kijken. “Je mag best teleurgesteld zijn of boos, dat is heel menselijk. Probeer voor jezelf uit te zoeken wat je precies vervelend vindt en waarom. Ga er niet vanuit dat je de ander doorziet, vul niets in. Door je irritatie kun je geneigd zijn de ander negatief te interpreteren.” Wat ook helpt is de behoefte-vraag: welke behoefte van jou is in het gedrang? Wat vind je belangrijk maar ‘krijg’ je niet? In het geval van Sandra kan dat bijvoorbeeld respect zijn.

Ze kan het gevoel hebben dat haar schoonmoeder haar niet respecteert, wat ze natuurlijk wel graag wil. Deze vragen helpen je helder te krijgen wat er speelt en op een constructieve manier het gesprek aan te gaan. Je kunt beter uitleggen welk gevoel je krijgt door wat de ander deed of zei, en hoe je graag zou willen dat het gaat.

Zelfzorg

Daarnaast kunnen irritaties te maken hebben met hoe je in je vel zit. Jeannette: “Je bent de ene dag veel sneller geïrriteerd dan de andere dag. Ben je heel druk of gestresst, zoals vaak bij het organiseren van een bruiloft, dan kun je minder hebben.” Ook in het dagelijks leven samen zijn er sneller irritaties als je moe bent. De een ploft na een dag hard werken op de bank met een glas wijn; de ander duikt de keuken in om te koken en vraagt cynisch: ‘Lig je lekker?’. Jeanette: “Irritaties zijn dan ook een teken dat je beter voor jezelf moet zorgen. Als je dat doet, zul je zien dat je meer kunt hebben. Raak je toch geïrriteerd, dan kun je rustiger reageren.” Het is goed om bij jezelf na te gaan op welke momenten je geïrriteerd raakt en welke thema’s daarbij betrokken zijn, bijvoorbeeld een eerlijke verdeling van de taken. En kijk dan hoe je daarmee zelf bezig bent. Je bent eigenlijk bekaf na een dag hard werken, maar móet van jezelf meteen koken. Jeanette: “Wat hier dan achter zit, is dat je veel van jezelf eist: ik mag pas rustig aandoen als ik al mijn taken heb gedaan. Of: mijn huis moet er altijd netjes uitzien. Of, in het geval van een bruiloft: het moet helemaal perfect zijn. En dan kun je je ergeren aan mensen die daar losser mee omgaan. Het voelt dan alsof alle lasten op jouw schouders rusten en soms zelfs alsof de ander je dwarsboomt.” Hierbij speelt jaloezie ook een rol, legt de psycholoog uit. “Je wilt zelf ook wel wat rustiger aandoen, zoals je partner, maar vindt dat er eerst nog van alles gedaan moet worden. Je bent dan vooral jaloers op zijn ontspannen gevoel, niet op hoe hij is.”

SANDRA: ‘Ik ergerde me altijd al aan haar koninginne-syndroom, maar dit was de limit’

Wij-probleem

Maar daarmee is niet elke irritatie opgelost, zoals met Sandra’s schoonmoeder of een partner die lui of juist perfectionistisch is. “Besef dat de ander het wel eens anders kan zien”, legt Jeanette uit. “Die vindt het misschien niet zo belangrijk hoe de uitnodigingen eruit zien en bedenkt niet dat jij misschien andere wensen hebt. Waar het om gaat is dat je accepteert dat jullie verschillend zijn. Dit betekent niet dat je je erbij neerlegt, maar dat je erkent dat er een verschil is.” En dan? Jeanette: “Maak er een wij-probleem van. Je kunt uitleggen wat de situatie met je doet en vragen of die ander je wil helpen het probleem op te lossen. Heb je bijvoorbeeld het gevoel dat je partner niet betrokken is bij de organisatie van je bruiloft, zeg dan: ‘Ik vind het zwaar om zoveel alleen te moeten beslissen en regelen. Ik zou graag willen dat de taken eerlijk verdeeld zijn en we meer samen doen.’ Met zo’n benadering kom je veel verder. Houdt een ander dan nog geen rekening met je, dan kun je zeggen: ‘Ik begrijp niet dat als ik ergens veel last van heb, of iets heel belangrijk vind, je daar geen rekening mee houdt’.”

WIT Wedding-Pg32-33

Een grens stellen

Bij Sandra liep het helaas hoog op. “Na de escalatie heeft mijn schoonmoeder mijn vriend gebeld en heel zielig gedaan. Dat ze zo verdrietig was over mijn reactie, zo graag op dit belangrijke moment iets persoonlijks wilde zeggen, enzovoort. Met als gevolg dat hij het wel goed vond en ik niet.” Als de ander niet bereid is rekening te houden met jouw wensen, kun je de confrontatie aangaan; een grens stellen, legt Jeanette uit. “Maar vaak durven mensen dat niet uit angst voor de consequenties. Je moet er op durven vertrouwen dat iemand niet zomaar met je breekt. En accepteren dat de ander je misschien even niet aardig vindt. Sta er eens bij stil wat de voordelen zijn van het niet uitspreken van je standpunt, en wat het je kost. Vind je het echt heel moeilijk om je grenzen aan te geven, oefen dan in minder heftige situaties en bij mensen bij wie je je veilig voelt.” In plaats van de confrontatie aangaan, kun je ook kijken wat het je oplevert als je de situatie accepteert. “Dan gaat het niet zoals jij wilt, en dat kan heel jammer zijn, maar je hebt wel meer rust. Het kan je ook een goed gevoel geven om de ander tegemoet te komen, als je ziet hoe gelukkig hem dit maakt. Het is dus een kwestie van afwegen.” Sandra en haar vriend kozen voor de gulden middenweg. Zijn moeder mocht speechen tijdens het diner. Sandra: “Ik baalde er eerst van, had helemaal geen zin in haar one-woman show, maar het was beter dan een familieruzie, waarbij ook nog eens mijn relatie onder druk kwam te staan. Dat was het mij niet waard.”

Bescherm jezelf

Dan heb je nog de situatie waarbij iemand je tijdens je bruiloft irriteert. De DJ draait slecht, een vriendin neemt haar kinderen mee terwijl je nog zo hebt gezegd dat de bruiloft zonder kinderen is. Jeanette: “Ik zou zeggen: doe jezelf een lol en laat het gaan. Jíj bent degene die er last van heeft als je je ergens aan stoort en meestal kun je er op dat moment toch niets aan veranderen. Het heeft dan weinig zin om er op dat moment een issue van te maken. Dat levert alleen maar een hoge bloeddruk op. Bescherm jezelf door van tevoren te beseffen dat er altijd wel iets anders gaat dan gepland.” Na de bruiloft kun je natuurlijk nog aan diegene vragen waarom hij deed wat jou irriteerde. Misschien is er een reden voor en zo niet, dan kun je vertellen dat je het jammer vindt. “Wat vaak helpt bij irritaties is beseffen dat de ander niet probeert jou dwars te zitten, maar bezig is een eigen behoefte te vervullen. Het is geen actie tégen jou.”

Tips om irritaties af te zwakken

• Ga een stukje wandelen
• Schrijf het van je af
• Blaas stoom af bij vrienden
• Doe een bodyscan (voel in je lichaam waar de spanning zit)
• Blijf rustig ademhalen

www.counselingamsterdam.nl