In the media

Counseling Amsterdam interviewed in the media

Mind Magazine / Stutter

This article describes why people tend to stutter, specifically when asked questions at work, and what they can do about it. 

As this article was published in a Dutch magazine, it is advised to use Google translate to be able and read it in your own (English) language. Also, these magazine articles quote me, Jeannette Bolck, for their stories. To get a better impression of my personal approach please visit the Cases page.

 

Ik heb, euh, geen idee…

Voorkom dat je zonder tekst zit tijdens een vergadering of brainstorm

Je zit in een moeizame vergadering als je baas ineens het woord tot jou richt: “En wat vind jij er eigenlijk van?” Iedereen kijkt je verwachtingsvol aan, maar je briljante antwoord blijft uit. Sterker nog, het is angstwekkend stil in je hoofd en je komt niet verder dan wat gestamel. Jeannette Bolck: “Veel mensen hebben het idee dat ze op zo”n moment een antwoord moeten geven. Die verwachtingsvol kijkende ogen worden ervaren als druk. Wanneer je leidinggevende erbij zit, is die druk nog groter. Daarbij speelt de angst voor beoordeling en veroordeling een rol: is het wel goed wat ik zeg? Mensen die stevig in hun schoenen staan, zullen eerlijk zijn en zeggen: “Ik weet het niet.” Ze zullen bovendien sneller een antwoord durven geven waar ze nog niet helemaal zeker van zijn.”

De situatie waarin je een vraag gesteld wordt, is heel bepalend. Onder vrienden flap je er makkelijker zomaar een antwoord uit. Want wanneer je je op je gemak voelt, durf je “domme” dingen te zeggen. Rachel, ik ken haar uit mijn praktijk, heeft geen enkele moeite met vergaderen. Maar wanneer ze bij nieuwe klanten moet opdraven, raakt ze regelmatig haar tekst kwijt. Het verschil tussen die twee situaties is de mate van veiligheid. De angst voor veroordeling speelt minder op veilig en bekend gebied — tussen haar collega”s. Daar weet Rachel waar ze staat en wat ze aan iedereen heeft. In gezelschap van nieuwe mensen vertrouwt ze onvoldoende op zichzelf en raakt ze gespannen, waardoor ze niet meer goed uit haar woorden komt.”

 

Wanneer klappen mensen over het algemeen dicht?

“Meestal als ze gevraagd wordt naar een oplossing voor een praktisch probleem of naar een mening. In beide gevallen wordt liet stamelen veroorzaakt door de angst om iets stoms te zeggen. Typische gedachten hierbij zijn: zouden mensen het wel goed vinden wat ik zeg? Vinden ze me nu raar? Wat zouden zij ervan denken?”

 

Mind Magazine-Pg66-67

 

Hoe kun je voorkomen dat je met een mond vol tanden staat als er onverwacht een vraag aan je wordt gesteld?

Dat anderen veel aandacht vragen, betekent niet dat ze niet naar jou willen luisteren

“Je kunt jezelf aanleren te zeggen: “Ik weet het even niet”, of: “Daar moet ik nog even over nadenken, ik kom er zo op terug.” Het is helemaal niet erg om een paar vaste zinnetjes als back-up voor jezelf te verzinnen. Zo toon je bovendien je menselijkheid en je haalt de   > druk om te presteren weg. Het gaat erom dat je jezelf niet meer blokkeert met de gedachte dat je moet antwoorden en dat het antwoord ook nog eens geweldig moet zijn. Zo werkt het met heel veel emoties. Wanneer je bijvoorbeeld zegt dat je nerveus bent, verdwijnen de zenuwen vaak al voor een groot deel.

Zorg daarnaast dat je voldoende kennis hebt en bedenk van tevoren welke vragen je kunt verwachten. Maar overdrijf het niet — zoals David doet. Hij heeft het idee dat hij op alle vragen een passend antwoord moet hebben. Wanneer iemand op zijn werk hem vraagt waarom hij iets op een bepaalde manier aanpakt, interpreteert hij dat onmiddellijk als kritiek. Dus doet hij vreselijk zijn best om overal een antwoord op te hebben door zich tot in de details voor te bereiden. David is erg prestatiegericht, hij moet alles goed doen van zichzelf. Wanneer hij even niets zinnigs te zeggen heeft — op wat voor vraag dan ook — raakt hij volledig ontregeld. Ik zou David dan ook nooit adviseren om zijn kennis op te vijzelen; hij moet juist leren accepteren dat hij het ook wel eens niet weet.”

 

Sommige mensen vinden het ook lastig om creatief te zijn in een groep. Thuis bruisen ze van de ideeën, maar onder collega’s blijft het stil…

Het idee dat je perfect moet antwoorden, blokkeert elke gedachte

“Daar kunnen vooral mensen in creatieve beroepen — in de reclame- of televisiewereld bijvoorbeeld — last van hebben. Neem Laila, ze heeft één keer per maand een brainstormsessie op haar werk. Thuis bedenkt ze het ene plan na het andere, maar tijdens zo’n brainstorm heeft ze het gevoel dat haar creativiteit verdwijnt. Ook hier speelt onzekerheid een rol; tussen haar collega’s vraagt Laila zich af of ze haar ideeën wel goed zullen vinden. In haar eentje voelt ze die beoordeling niet en dat maakt haar vrijer. In zo”n brainstorm speelt de groepsdynamiek ook een rol: de grotere ego’s nemen nu eenmaal meer ruimte in. Het is goed om je te realiseren dat veel van wat die schreeuwers zeggen per saldo vaak niet zo interessant is. Om boven deze mensen uit te komen, zul je actief je ruimte moeten innemen. Maak er desnoods een grapje van, maar zorg dat je aan het woord komt. Het feit dat zij automatisch veel ruimte innemen, betekent namelijk niet dat ze niet naar jou willen luisteren. Je zult het ze alleen wel duidelijk moeten maken.”

 

Het kan natuurlijk gebeuren dat je ondanks alles toch dichtklapt. Wat kun je op dat moment het beste doen?

“Zeggen wat iedereen toch al ziet: dat je er niet uit komt. Probeer er een grapje van te maken, zeg iets in de trant van: “Ik krijg het er warm van.” Voor veel mensen zal het niet makkelijk zijn om zo open te zijn over hun gevoel, omdat het hen kwetsbaar maakt. Vraag dan of het goed is dat je erop terugkomt. En probeer dan later ook daadwerkelijk te laten zien wat je waard bent. Zo voorkom je dat je in een neerwaartse spiraal terechtkomt waarin je jezelf negatief beoordeelt omdat je niet meteen een antwoord wist te geven. Bovendien neem je dan je verantwoordelijkheid: oké, dat was even stom, maar nu maak ik het goed.”

 

Wat te doen tegen stamelen

  • Ga na in welke situaties je niet goed uit je woorden kunt komen en bedenk of de angst voor (negatieve) beoordeling een rol speelt.
  • Bepaal voor jezelf of dat realistisch is: schiet je kennis tekort of moet je misschien nieuwe vaardigheden aanleren? Als dat zo is, dan kun je daar aan werken.
  • Hou een paar standaardzinnetjes paraat, zoals: “Daar kom ik zo op terug” of “Vind je het goed dat ik daar even over nadenk?”.
  • Realiseer je datje niet altijd het perfecte antwoord hoeft te geven en dat je ook mag zeggen dat je het niet weet.
  • Sta je dan toch met een rood hoofd te stotteren: laat mensen weten wat er met je gebeurt, bijvoorbeeld door er een grapje van te maken. Zeg iets in de trant van: “Ik word er helemaal verlegen van” of “Kijk mij nou eens rood worden”.

Mark is ICT’er. Hij anticipeert altijd op vragen van anderen, zowel werkgerelateerde vragen als vragen over zijn persoonlijke leven. De reden: hij is nooit tevreden over zichzelf. Niets wat hij doet is goed genoeg, het kan altijd beter, grappiger, vollediger. Mark voelt zich dus tekortschieten en dat brengt spanning met zich mee. Af en toe heeft hij zelfs paniekaanvallen. Het is vooral de “waarom?”-vraag die hem van zijn stuk brengt, daar heeft hij al last van sinds zijn jeugd. Hij herinnert zich nog goed dat een lerares hem vroeg waarom hij het antwoord op een vraag niet wist, waarop hij volledig van streek raakte. Nog steeds heeft hij het gevoel dat hij wordt aangevallen wanneer iemand hem vraagt waarom hij iets op een bepaalde manier aanpakt.

Bij de therapeut leert Mark een paar standaardzinnen (“Daar kom ik zo op terug”, “Dat moet ik even uitzoeken”) die hij kan gebruiken wanneer een vraag hem overvalt. Maar het is vooral belangrijk dat hij eerlijk durft te zijn wanneer hij even geen antwoord heeft. Als hij ervaart dat mensen dat niet vreemd vinden, zal de spanning bij hem afnemen.

Karin is marketingmanager en een mooie, extraverte vrouw. Ze vindt het belangrijk dat mensen haar leuk vinden, is altijd op zoek naar bevestiging. Mensen geven haar dat graag, want het is prettig samenwerken met haar. Maar niet al haar collega”s zijn gut met complimenten. Haar baas, een wat oudere, stugge man, beperkt zich tot het hoognodige in hun zakelijke contact. Van hem krijgt Karin niet de feedback die ze wenst. Dat maakt haar onzeker: ze heeft het idee dat hij haar dom vindt. Wanneer ze een presentatie moet geven, raakt ze gespannen en als haar baas haar iets vraagt, klapt ze dicht. Het wordt zelfs zo erg dat ze zich een keer ziek meldt voor een belangrijke afspraak met hem.

In gesprekken met haar coach komt Karin erachter dat ze alles in werking stelt om het goed te doen, in ruil voor acceptatie. Dit wijst erop dat ze weinig zelfwaardering heeft. Zodra ze geen positieve feedback krijgt, voelt ze zich een klein meisje en vergeet ze wat ze waard is. Het feit dat het nu ook nog eens haar baas betreft, versterkt dit alleen maar. Volgens haar coach zou er nog iets heel anders aan de hand kunnen zijn: misschien voelt ze zich onbewust aangetrokken tot haar baas. Omdat hij haar geen bevestiging geeft, is hij ongrijpbaar en dat maakt hem spannend. Het is belangrijk dat ze zich afvraagt wat de échte reden is dat ze zich onzeker voelt bij hem. Pas dan kan ze er iets aan doen.

 

Psycholoog Jeannette Bolck heeft een praktijk voor volwassenen, pubers en kinderen in Amsterdam. Meer informatie: www.counselingamsterdam.nl.

 

Tekst: Marte Kaan


Illustratie: Tina Berning / Art Box – Centre For Creation

 

Write a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *