In the media

Counseling Amsterdam interviewed in the media

Mind Magazine / Talking to a friend with cancer

This article describes the difficulties of dealing with a friend who has cancer (or another serious illness).

As this article was published in a Dutch magazine, it is advised to use Google translate to be able and read it in your own (English) language. Also, these magazine articles quote me, Jeannette Bolck, for their stories. To get a better impression of my personal approach please visit the Cases page.

 

Wat erg voor je

Hoe je kunt praten met een vriend of vriendin die kanker heeft

Bij Katja (32) is borstkanker geconstateerd. Ze heeft het haar vrienden verteld. De meeste van hen reageerden meevoelend en steunend. Ze hebben hun hulp aangeboden en bellen haar regelmatig om te vragen hoe het met haar gaat. Katja’s beste vriendin Geerten houdt zich op de achtergrond, belt minder en zegt afspraken af. Geerten wil er wel voor haar vriendin zijn, maar is zelf verdrietig en bang. Elke keer dat ze zich voorneemt te vragen hoe Katja zich voelt, bedenkt ze zich en begint ze een luchtig gesprek.

Jeannette Bolck: “Sommige mensen weten niet goed hoe ze kunnen reageren als er bij iemand in hun omgeving een ernstige ziekte is geconstateerd. Ze weten niet wat ze moeten zeggen of hoe ze zich moeten gedragen. Dat komt vaak doordat ze te hoge eisen aan zichzelf stellen en denken dat ze heel goed moeten weten wat ze moeten doen en zeggen. Ze vergeten dat het er niet toe doet wát je precies zegt, maar dat het vooral belangrijk is dat je er gewoon bent en dat je het onderwerp niet uit de weg gaat.

Wanneer je het moeilijk vindt om je een houding te geven tegenover iemand die ziek is, dan kun je dat het best bespreekbaar maken. Mensen die ziek zijn, hebben behoefte aan eerlijkheid en duidelijkheid. Ze hebben al genoeg om zich zorgen over te maken, een stuntelende vriend of vriendin is het laatste wat ze kunnen gebruiken. Vertel hem of haar dus wat je moeilijk vindt. Dat je bang bent om diegene te verliezen, of dat het je confronteert met je eigen angst voor ziekte of dood. Het is belangrijk om dat te bespreken, maar laat het daar bij en belast de zieke er verder niet mee. Als je het er zelf nog over wilt hebben, doe dat dan met andere vrienden.

Vervolgens is het goed om te vragen waar je vriend of vriendin behoefte aan heeft, hoeveel hij of zij erover wil praten en hoe je kunt helpen. Daar kun je gewoon afspraken over maken. Sommige mensen praten vanzelf, anderen hebben wat aansporing nodig.”

 

Zieke mensen vervallen al snel in medisch jargon en dat kan soms aardig ingewikkeld worden. Hoe ga je daarmee om?

“Ook dan geldt: wees eerlijk wanneer je iets niet begrijpt. Ga niet meeknikken terwijl je er niks van snapt. Zo voorkom je bovendien dat je een week later iets vraagt wat diegene je al verteld had, dat kan erg pijnlijk zijn. Wees niet bang om domme vragen te stellen. Het is voor mensen fijn als je wat vraagt, zo toon je belangstelling. En zij vergeten snel dat niet iedereen zo in die vakterminologie zit als zij. Maar let op als iemand te veel in die technische uitleg blijft hangen: dat is veilig en een manier om niet te hoeven praten over zijn gevoel. Daar kun je dan best naar vragen als je dat durft. In hoeverre is iemand bang, speelt angst voor de dood een grote rol? Dat soort vragen kan diegene altijd afkappen als hij of zij daar geen zin in heeft. Maar dan heb jij in ieder geval duidelijk gemaakt dat deze onderwerpen voor jou bespreekbaar zijn. Natuurlijk is dat wel hogeschoolcommuniceren, iets wat niet voor iedereen is weggelegd. Je moet de voor jou best mogelijke manier vinden om iemand te helpen. Wat is jouw kracht als vriend? Sommige mensen, meestal mannen, gebruiken humor om de situatie te verlichten. Anderen zijn juist heel verzorgend, ze koken, rijden heen en weer naar het ziekenhuis en maken schoon. Het is dus niet erg als je niet zo’n prater bent, als je maar op je eigen manier laat blijken dat je er bent voor je zieke vriend of vriendin.”

 

Mind Magazine-Pg70-71

 

Soms drukt de aanwezigheid van een ziek persoon de stemming, bijvoorbeeld tijdens een etentje of feestje. Dat is vervelend voor iedereen. Hoe voorkom je dat?

“Sommige zieke mensen praten graag veel over hun ziekte, omdat ze die behoefte voelen en het hen helpt bij de verwerking ervan. Wat ook kan gebeuren, is dat andere mensen het onderwerp steeds aansnijden. Er heerst vaak een soort gêne om het gesprek dan af te kappen. Want hoe breng je het gesprek van een heftige chemokuur nu op dat leuke zeiltochtje van vorige week? Veel mensen hebben het gevoel dat dat misplaatst is. Toch is dát precies wat je moet doen. Wees niet te bang het over iets anders te gaan hebben. Zet een nieuwe fles wijn op tafel. zet een muziekje op. Durf van onderwerp te veranderen om de zware sfeer te verlichten. Dat lijkt eng omdat het zo’n precair onderwerp is, kanker en dood. Maar waarschijnlijk help je degene die ziek is daar ook mee. Hij of zij is niet alleen een zieke of een slachtoffer.

En soms is het echt verstandig om je vriend of vriendin uit zijn of haar onderwerp te halen. Wanneer je naar de ziekte vraagt, raakt hij misschien in een soort draaikolk en kan hij het over niks anders meer hebben. Als je er dan een beetje overheen walst, lijkt dat misschien bot, maar degene die uit zijn verhaal wordt gehaald, is achteraf vaak heel opgelucht. Het is ook heel goed om er niet de hele tijd mee bezig te zijn. Natuurlijk zijn er mensen die juist niet willen praten over hun ziekte. Daar kun je gewoon naar vragen. De behoefte aan praten kan veranderen tijdens het verloop van de ziekte, dus het is belangrijk om te blijven toetsen wat iemand wil. Probeer je te voegen naar zijn of haar behoefte. Doodzwijgen is het ergste wat je kunt doen; je kunt beter te veel vragen dan te weinig.”

Suzanne (41) en Lara (42) zijn vriendinnen. Ze hebben beiden kinderen, een succesvolle carrière en huwelijken die in puin liggen. Wanneer Lara, de meest introverte van hen, te horen krijgt dat ze borstkanker heeft, lijkt ze daar niet erg van onder de indruk. Ze gaat gewoon door met werken en vertelt alleen Suzanne over haar ziekte. Als ze echt ziek wordt, staat Suzanne haar bij en zorgt voor haar. Lara, die altijd gewend was om alles alleen te doen, moet zich nu overleveren aan de hulp van een ander. Doordat Suzanne meer in contact staat met haar gevoel, roept zij Lara af en toe een halt toe wanneer ze ziet dat die te veel haar kop in het zand steekt. Door Suzanne staat Lara stil bij het feit dat haar ziekte niet zomaar iets is, dat het erg is voor haar, en dat helpt haar om het uiteindelijk beter te verwerken.

In de omgeving van Odette (35) zijn het afgelopen jaar vier mensen getroffen door kanker: haar nicht, een collega, de moeder van een vriendin én een oom. Ze maakt zich sindsdien veel zorgen over de vraag hoe ze ermee om moet gaan wanneer iemand die nog dichter bij haar staat óf zijzelf kanker krijgt. Samen met haar therapeut onderzoekt ze waar haar angst precies over gaat. Waar is ze bang voor: pijn, onzekerheid, dood, eenzaamheid, verlies? Odette komt erachter dat haar angst voor een groot deel te maken heeft met de vraag of ze wel zal kunnen omgaan met die ziekte. Of dat nu bij haarzelf of bij een ander is. Dat ze niet weet wat ze zou moeten zeggen, vragen of doen. Maar door er zo angstvallig over te zwijgen en het onderwerp te vermijden, wordt het steeds erger. Op advies van haar therapeut gaat ze de confrontatie aan en bezoekt voor het eerst haar nicht. Odette biedt haar excuses aan dat ze niet eerder langs is gekomen, en legt uit dat ze bang was. Ze hoort het verhaal van haar nicht aan; dat valt haar zwaar. Maar achteraf is ze opgelucht: de nuchtere manier waarop haar nicht over haar ziekte sprak, stelde haar gerust. Bovendien durfde ze zelf ook alles te vragen zonder zich ongemakkelijk te voelen.

 

 

Psycholoog Jeannette Bolck heeft een praktijk voor volwassenen, pubers en kinderen in Amsterdam. Meer informatie: www.counselingamsterdam.nl.

 

Tekst: Marte Kaan

Illustratie: Tina Berning / Artbox – Centre For Creation

 

Write a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *