In de media

Counseling amsterdam in de media

Ook / Zit u op een roze wolk? Ja/Nee

Stelling: ‘Het omaschap verandert je leven voorgoed’

Nee zegt onze hoofdredacteur Carla van Klaveren (53), oma van Daniël (3 maanden)

“De meest gestelde vraag sinds Daniël op 22 oktober ter wereld kwam, is hoe ik me voel nu ik oma ben. Juist omdat ik al bijna vijf jaar hoofdredacteur ben van een tijdschrift speciaal voor opa’s en oma’s, is iedereen mateloos geïnteresseerd of ik als mens ben veranderd. Maar ik kan niet zeggen dat het heel anders is geworden. Ik voel me nog precies dezelfde Carla, heb nog dezelfde baan, collega’s, vrienden en liefhebberijen. Het is bijzonder dat we een nieuw familielid erbij hebben die bij ons blijft, maar ik ben geen surrogaatmoeder. In tegenstelling tot toen ik zelf moeder werd, is mijn leven niet 180 graden gedraaid met de komst van Daniël. Toen wist ik: vanaf nu zal mijn leven nooit meer hetzelfde zijn. Dat heb ik niet met het omaschap. Alles gaat gewoon door in hetzelfde tempo. Ik ben ook niet minder gaan werken en heb geen vaste oppasdag of een speciale babykamer. We hebben natuurlijk wel alles in huis voor als Daniël komt logeren in de vakanties, maar ik hoef niet op gezette tijden voor hem te zorgen. Dat zou ik ook niet willen. Als collega’s dat vroeger hoorden, zeiden ze altijd: ‘Wacht maar totdat hij is geboren, dan ben je wel om.’ Maar dat is niet gebeurd. Ik vind dat als je echt vast oppast er een bepaalde structuur in komt en het net is alsof je in loondienst bent. Nu kan ik met mijn vrije dag doen wat ik zelf wil. Een dagje winkelen, een lang weekend weg of bij het mannetje langs gaan. Wij, zijn opa en oma, zijn er puur voor het verwennen. Uiteraard willen we in de vakanties graag dat hij komt logeren en gaan we met hem naar de speeltuin. Dat lijkt me heerlijk.

Het leuke is dat ik me al jaren kon voorbereiden op het omaschap. Ik lees alle brieven en mails die binnenkomen op de redactie. Vooraf maakte ik me er al een voorstelling van, maar ik was erg benieuwd hoe het in het echt zou zijn. Wat gaat er volgens het cliché en wat is anders? Ik ken de verhalen van oma’s die helemaal van hun sokken werden geblazen vanwege de komst van een kleinkind, maar dat had ik dus niet. Misschien komt het doordat ik verder weg zit en Daniël niet elke vrije minuut kan zien. Doordat we anderhalf uur van elkaar vandaan wonen, ben ik een langeafstandsoma en moet ik het hebben van zondagse bezoekjes of af en toe een fijn oppasmiddagje.

‘Mijn kleinkind is geen nieuwe invulling van mijn leven geworden, maar een prettige aanvulling’

Dat neemt allemaal niet weg dat ik dolblij ben met de kleine man en zielsveel van hem houd. Ik ben trots en gelukkig dat ik zijn oma mag zijn. Ik zie hem als een geweldig geschenk, een cadeautje van de natuur. Ik was ook erg blij verrast om mijn zoon Theo en schoondochter Jessie als ouders te zien. Ze doen het zo goed.

Ik ben in de eerste zes weken van Daniëls leven elke week langsgegaan om te hechten aan hem, maar daarna werd dat een te grote belasting. Nu komen we zo vaak mogelijk. En ondanks dat ik als mens niet ben veranderd, voldoe ik wel helemaal aan het stereotype beeld van een oma. Ik heb jasjes gebreid, stapels kleertjes gekocht en achter mijn bureau hangt het vol met foto’s van Daniël. Als ik hem twee weken niet zie, dan begin ik hem al erg te missen en verlang ik naar het pukkie. Zodra ik dan weer de kamer binnenstap, heb ik slechts oog voor hem. Mijn kleinkind is geen nieuwe invulling van mijn leven geworden, maar een prettige aanvulling.”

OOK-Pg56-57

Ja zegt OOK-lezeres Justine Vermeer (61), oma van Jorrit (5) en Marit (1,5 jaar)

“Zonder mijn kleinkinderen zou ik nog steeds ’s morgens de Albert Cuyp oplopen en ’s middags naar mijn bridge- en sportvereniging gaan. Ik ging regelmatig met vriendinnen de hort op en had meer vrije tijd. En met mijn man die 73 is en al een paar jaar gepensioneerd, maakte ik vaker leuke stedenreisjes. Nu passen we samen drie vaste dagen op Jorrit en Marit, en springen we als het nodig is ook in het weekend bij. Er gaan weken voorbij zonder dat ik tijd heb om een middag te kunnen winkelen in de stad en ons laatste tripje naar Wenen dateert alweer van een halfjaar geleden. Onze agenda wordt bepaald door de kleinkinderen.

Twee jaar geleden kwam mijn dochter Marion naar mijn man en mij toe met de vraag of wij bereid zouden zijn te verhuizen naar het dorp waar zij woonden. Wij pasten toen al, op de dagen dat Marion in Amsterdam werkte, bij ons thuis op Jorrit, maar hij zou eerdaags naar school moeten en dan had zij een probleem. In eerste instantie stonden mijn man en ik niet te springen om onze clubs achter te laten en ons geliefde Amsterdam te verlaten. Maar de liefde voor onze dochter en de wens om de jeugd van ons kleinkind – toen hadden we er nog maar één – van dichtbij mee te maken gaf de doorslag. We ruilden onze bovenwoning in de Pijp in voor een seniorenflat in een gehucht van amper driehonderd inwoners, op loopafstand van onze dochter. We hebben er geen dag spijt van gehad. Natuurlijk duurde het even voordat we waren ingeburgerd, maar op voorhand leek de stap veel groter. Het huis is prima, we hebben een veel groter balkon en de huur is lager dan in Amsterdam. Ik heb hier al wat vriendinnen gemaakt en mijn man is lid geworden van een biljartvereniging. Dat ik nu een totaal ander leven leid, vind ik niet erg.

‘Als ik ze twee dagen niet heb gezien, gaat het kriebelen en bel ik op of ik langs mag komen’

Ik noem het oppassen af en toe gekscherend mijn ‘onbetaalde parttime baan’. Drie dagen per week ben ik van ’s morgens half acht tot ’s avonds zes in touw met twee heel jonge kinderen. Maar hoe vermoeiend het soms ook is, ik ben stapel op de kindjes en blij dat ik onze dochter hiermee uit de brand help. Ik was dolgelukkig dat ik op de valreep toch nog oma werd. Onze enige dochter was al 39 toen ze via IVF zwanger raakte van Jorrit en op haar 43ste beviel ze van Marit. Dat zijn twee onverwachte cadeautjes.

Ik voel me bevoorrecht dat ik een rol mag spelen in hun leven. Ik kan uren met de kinderen tutten en knuffelen. Als ik ze twee dagen niet heb gezien, gaat het kriebelen en bel ik op om te vragen of ik niet even een kop koffie kan komen drinken. Het is fascinerend hoe snel die kleintjes veranderen. Marit begint steeds beter te praten en is echt oma’s lievelingetje. Maar ook Jorrit komt enthousiast de klas uit gerend, zodra hij me ziet op het schoolplein en wil heel vaak een nachtje komen slapen.

Het is zo leuk dat die kinderen al zo’n band met ons opbouwen, dat ik het totaal geen opgave vind mezelf zo weg te cijferen voor de kleinkinderen. Het is ook maar tijdelijk. Dat hele kleine duurt zo kort. We merken het al aan Jorrit, die begint steeds meer buiten te spelen. Er komt een tijd dat opa en oma niet meer interessant zijn en dat hij liever bij zijn vriendjes gaat logeren. Daarom hoop ik dat de tijd die ik nu steek in onze relatie zich later uitbetaalt in een goede band en dat de kinderen dan nog steeds graag bij opa en oma eten of gezellig een spelletje komen doen. Want ik kan me nu al niet meer voorstellen hoe een leven zonder de kleinkinderen eruitziet.”

Psychologe Jeannette Bolck over het verschil in beleving:

‘Het moment waarop je een kleinkind krijgt is bepalend’

Verandert een kleinkind je leven?

“Dat heeft met een aantal factoren te maken, maar voornamelijk met het moment in je leven waarop het kleinkind komt. Ben je nog fulltime aan het werk of al gepensioneerd? Met andere woorden: heb je nog heel veel om handen of heb je ineens zeeën van tijd? Moet het kind een bepaalde leegte opvullen, omdat je eenzaam bent of dealt met een zieke partner? En wat voor leven heb je zelf geleid? De generatie opa’s en oma’s van nu, staat bekend als die van heel harde werkers. Types die doorgaan, niet zeuren, maar poetsen. Nu ze opa en oma worden, gaat er een heel andere wereld open. Een waarin ze zichzelf toestaan te genieten en waarin er ruimte is om leuke dingen te doen. Meestal verandert er dan wel veel in hun leven.”

Waarom zo’n verschil in beleving?

“Carla heeft nog een baan en een druk leven. Haar prioriteiten liggen anders. Ze wil geen vaste oppasdag, dat is prima. Het heeft niets te maken met niet gek zijn op je kleinkind, want uit haar verhaal blijkt dat ze net zo dol op hem is als andere oma’s. Ik zie dat aan mijn eigen schoonmoeder. Ook zij heeft veel bezigheden, is heel actief en wil niet oppassen op mijn zoontje. Die taak heeft ze gehad, zegt ze. Maar daarom houdt ze niet minder van hem. Ze heeft een altaar aan foto’s van hem staan, kookt zijn lievelingsmaaltjes en vindt alles even geweldig wat hij doet. Dat heb je ook met vriendschappen. De vriendinnen die je maar eens per jaar ziet, kunnen net zo dierbaar zijn als degenen die je elke week spreekt. Bij Justine zie je een extreme vorm van het omaschap. Zij verhuisde zelfs voor haar kleinkind en verbrandde al haar schepen achter zich. Ze geniet van de ontwikkeling van de kinderen en cijfert zich met liefde voor hen weg. Bij haar zie je dat haar gezin een bijzondere plaats inneemt in haar leven. Er zit ook iets in van ‘jezelf goed voelen doordat een ander zich goed voelt’. Maar blijkbaar brengen haar kleinkinderen haar meer geluk dan werk en clubjes, en was ze zelf toe aan iets anders.”

Waarom is de ene oma hoteldebotel en houdt de ander meer afstand?

“Het krijgen van een kleinkind is te vergelijken met het verliefdheidsgevoel dat je normaal ervaart bij een partner. Het kleinkind kan niets fout doen, wordt overstelpt met aandacht en voortdurend op de foto vastgelegd. En ze krijgen dat verliefdheidsgevoel weer terug als zo’n kleintje op hen af komt rennen: ‘Oma!’ Moeders zijn ook wel verliefd op hun kinderen, maar opa’s en oma’s hebben meer tijd en rust om er intens van te genieten. Oma’s hoeven immers niet de was te doen en voor het eten te zorgen. Ze kunnen een hele middag boekjes voorlezen of knutselen. Maar ook bij verliefdheid heb je verschillende vormen. Sommige mensen verliezen zich helemaal in het gevoel. Ze verwaarlozen hun baan en laten vriendschappen versloffen. Anderen houden dat verliefdheidsgevoel meer voor zichzelf en voelen die liefde ook zonder alles om zich heen te laten vallen. Daar is geen goed of fout in. Je bent niet meer of minder verliefd.”

Carla heeft het over ‘in loondienst zijn’, Justine noemt het oppassen gekscherend haar ‘parttime baan’.

“Je moet opletten dat het geen aangenomen werk is, in de zin dat je geen oma meer kunt zijn en de opvoedtaak van de ouders overneemt. Maar als het met mate gebeurt, is er niets op tegen. In het algemeen passen grootouders graag op, omdat ze dan een hele middag of dag onbeperkt kunnen knuffelen, liefde geven en lekker gek doen. Met een kind kun je bovendien zoveel meer jezelf zijn. Je hoeft niet te voldoen aan de eisen van de maatschappij en geen schijn op te houden. De opa’s en oma’s van nu komen zoals gezegd uit een generatie die gewend is altijd hard te werken. Vooral opa’s gaan helemaal los met hun kleinkinderen. Ik hoor in mijn praktijk soms dochters jaloers zeggen dat hun vader nu de leukste opa is en allerlei dingen doet die hij nooit met zijn eigen kinderen deed.”

Interviews: Joan Makenbach

Schrijf een reactie.

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *