Jaar: 2018

Flair / “Was sich liebt, das neckt sich”

Was sich liebt, das neckt sich

Je houdt van hem, maar soms zou je die vieze sokken we naar zijn hoofd kunnen gooien. En van die goedbedoelde adviezen van je moeder krijg je eerder jeuk dan warme gevoelens. Waarom kunnen juist de mensen die het dichtstbij je staan het bloed onder je nagels vandaan halen?

Marieke: ‘Jacob stond zich het feestje te vervelen, terwijl ik het hartstikke gezellig vond’

Marieke (31): “Laatst was ik met mijn vriend Jacob op een feestje van mijn beste vriendin. Na een paar weekenden thuis op de bank hangen, was ik blij dat we er even lekker uit konden. Jacob is veel rustiger dan ik. Hij vindt het heerlijk om op de bank een film te kijken of een boek te lezen. Ik hou juist van drukte, feestjes, vrienden om me heen en lekker slap ouwehoeren. Soms vind ik die introverte, intellectuele kant van Jacob heerlijk, maar af en toe kan ik hem met zijn boeken wel achter het behang plakken. Zo stond hij zich op dat feestje duidelijk te vervelen, terwijl ik het hartstikke gezellig vond. Toen ik net uitbundig stond te dansen, kwam hij naar me toe: ‘Ik wil naar huis, ben moe.’ Verdorie, dacht ik. Dus ik zei: ‘Doe eens een beetje sociaal. Ga mijn feestje niet verpesten, omdat jij het niet naar je zin hebt.’ Op dat soort momenten kan ik hem wel wat aandoen. Dat gevoel komt dan vanuit mijn tenen.”

Iedereen heeft weleens last van haat-liefdegevoelens. Nat King Cole zong er al over: ‘Sometimes I love you, sometimes I hate you. But when I hate you, it’s because I love you.’ De ene keer zitten jullie gezellig met een wijntje op het terras, de andere keer – als hij wéér eens zijn sokken heeft laten rondslingeren – kun je hem wel wurgen. Volgens psycholoog Jeannette Bolck komt het vaak voor dat mensen zich gaan ergeren aan karaktereigenschappen die ze eerst zo leuk aan iemand vonden. “In het begin van een relatie heb je vaak behoefte aan een tegenhanger van jezelf. Ben je extravert en impulsief, dan kan het interessant zijn als je iemand tegenkomt die wat rustiger in het leven staat en eerst nadenkt voordat hij iets zegt. Ben je wat onzeker, dan is het juist fijn als je vriend sterk in zijn schoenen staat. Maar op een gegeven moment kunnen deze persoonlijke verschillen zorgen voor irritaties. Je vindt het vervelend dat je introverte vriend nooit eens mee wil naar een feestje. En je zelfverzekerde vriend heeft het soms wel heel hoog in zijn bol.”

Helaas kun je onmogelijk iemand vinden die qua gewoontes, voorkeuren en overtuigingen helemaal perfect bij je past. Iedereen komt nou eenmaal uit een ander nest en we hebben ook nog eens verschillende genen meegekregen. Juist deze verschillen kunnen zorgen voor irritaties. Jij denkt misschien: mijn vader wist wél dat hij dat lege kopje in de vaatwasser moest zetten, dus waarom kan mijn vriend dat niet? Hij denkt: mijn vader ruimde ook nooit de afwasmachine in, dus waarom zou ik het doen? De Amerikaanse psycholoog Michael Cunningham vergelijkt dit soort sociale allergieën met lichamelijke allergieën: “De eerste keer dat je ermee in aanraking komt, roept het een kleine negatieve reactie op. Maar elke volgende keer dat je ermee wordt geconfronteerd, neemt de gevoeligheid toe.” Dat is volgens hem de reden dat mensen in langdurige relaties kunnen exploderen om een pietluttigheid. De eerste natte handdoek op de grond irriteert je lichtelijk, maar de honderdste haalt zorgt ervoor dat je uit je vel springt. Wat kun je hiertegen doen? De gouden relatieregel is: je kunt niemand veranderen. Jeannette: “Stel dat je partner niet van feestjes houdt, terwijl ze voor jou wel belangrijk zijn. Vraag jezelf dan af of je die behoefte niet op een andere manier kunt bevredigen. Misschien vind je het ook prima om met een vriendin of goede vriend te gaan.” Als je elkaars verschillen respecteert, is er volgens Jeannette meestal wel ruimte voor een tussenweg. Verwacht niet dat je vriend precies zo wordt zoals jij graag zou willen, maar wees blij met kleine veranderingen. Wat volgens de psycholoog ook helpt, is die irritante eigenschap weer even door een verliefde bril bekijken. Elke irritante eigenschap heeft ook zijn charme of hangt samen met eigenschappen die je wel enorm waardeert. Je vindt het misschien vervelend dat je vriend zo onromantisch is, maar zijn nuchtere benadering is wel weer aantrekkelijk. Want als jij emotioneel overhoop ligt, kunnen zijn rationele adviezen heerlijk ontnuchterend zijn. Op dat soort momenten hou je meer van hem dan ooit tevoren.

Eefje: ‘Wat me eigenlijk stoorde, dat Erik alles zo vanzelfsprekend vindt’

Soms is een sok op de vloer gewoon een sok op vloer. Maar diezelfde sok kan ook aanleiding zijn tot heftige ruzies. Als een stel vastzit in een dergelijke strijd speelt er meestal iets anders. Zoals bij Eefje en Erik. Eefje (28): “Om het minste of geringste kon Erik het bloed onder mijn nagels vandaan halen. De manier waarop hij smakte tijdens het eten of botersporen achterliet in de pindakaas. De nonchalance waarmee hij de krant op de vloer gooide of dat luidkeelse gelach als hij met een vriend zat te bellen. Het waren kleine dingen, maar ik kon ze niet uitstaan. Tegelijk voelde ik me echt zo’n moeilijk mens, iemand die alleen maar kon zeuren. Mijn vriendin vroeg ooit: ‘Wat is er nou écht aan de hand? Vroeger was Erik ook een beetje lomp, maar hoorde ik je daar nooit over…’ Toen ik eens goed ging nadenken, kwam ik erachter waar al die ergernissen vandaan kwamen. Wat me eigenlijk stoorde, was dat Erik alles zo vanzelfsprekend vindt. In het begin van onze relatie deed hij veel moeite me te veroveren, maar nu kan er geen complimentje meer vanaf.”

“Heel herkenbaar”, zegt Jeannette. “De irritaties dienen hier als bliksemafleider. In veel gevallen heeft degene die zich ergert, en vaak is dat de vrouw, het gevoel dat ze te weinig aandacht krijgt of dat er geen rekening met haar wordt gehouden.” Je hebt je bijvoorbeeld prachtig aangekleed voor je vriend, maar bij thuiskomst ploft hij met een biertje voor de televisie en toont hij meer interesse voor de presentatrice dan voor jou. Of je hebt heerlijk gekookt, maar zodra de laatste hap in zijn mond is verdwenen, kruipt hij achter zijn computer. Geen bedankje of compliment. Niks. In plaats van te zeggen dat je meer aandacht wilt of onzeker bent, ga je zeuren over kleinigheden. Volgens Jeannette voel je je nou eenmaal sterker als je je ergert aan zijn tekortkomingen dan wanneer je je eigen onzekerheid of verdriet moet tonen. Herken jij dit? Onderzoek dan eerst wat de oorsprong van je irritaties is en welk gevoel eraan ten grondslag ligt: ben je onzeker, angstig of verdrietig? Leg vervolgens uit hoe je je voelt en waaraan je behoefte hebt. Zeg bijvoorbeeld dat het je niet echt te doen is om die rondslingerende sok, maar dat je onzeker bent en graag wat meer waardering zou willen.

Carlijn: ‘Kristel loopt in veel te korte rokjes en eist alle aandacht op, zo irritant’

Ook vriendinnen kunnen elkaar soms niet zien of luchten. Carlijn (30): “Dat heb ik met mijn vriendin Kristel. We kennen elkaar al vanaf de middelbare school. Als we met z’n tweeën zijn, is het ontzettend gezellig, maar zodra er andere mensen – en dan vooral mannen – bij zijn, erger ik me kapot aan haar. Kristel wil dan altijd in het middelpunt van de belangstelling staan. Ze loopt rond in veel te korte rokjes en eist alle aandacht op. Laatst stond ik in de kroeg met een aantrekkelijke jongen te praten toen ze zich in ons gesprek mengde en haar meest verleidelijke glimlach op zette. Op zo’n moment ontplof ik bijna.”

Volgens Jeannette is dit een goed moment voor zelfreflectie. Ergernissen zeggen namelijk iets over jezelf. Jeannette: “Als je je ontzettend ergert aan het gedrag van een vriendin, wil dat vaak zeggen dat ze iets doet wat jij ook zou willen kunnen. Het klinkt raar, maar de oorzaak van ergernissen is vaak ook jaloezie. Je vindt het zelf misschien lastig om je extravert en flinterig te gedragen. Als je vriendin dat wel kan, word je geconfronteerd met jezelf, want je loopt tegen je eigen grenzen aan. Jij durft dat niet en misschien wil je het ook niet, maar tegelijk zie je wel dat ze met haar flamboyante gedrag de aandacht naar zich toe trekt. En dát zou je stiekem ook wel willen. Het is misschien moeilijk om toe te geven dat je jaloers bent, maar als je dat durft te bespreken met een vriendin kan dat jullie vriendschap ontzettend verdiepen”, beweert Jeannette. “Je vriendin zegt misschien dat ze zelf ook heel onzeker is en zich daarom zo gedraagt. Je kunt dan tot de conclusie komen dat jullie wel anders dóen, maar eigenlijk erg op elkaar lijken.”

Marijke: ‘Mijn moeder kan me als geen ander op de zenuwen werken’

Maar wat nou als je je ergert aan degene die je op deze wereld heeft gezet: je bloedeigen moeder? Marijke (31): “Mijn moeder is de belangrijkste persoon in mijn leven, maar ze is ook degene die me als geen ander op de zenuwen kan werken. Ik heb een baan, een man en ben inmiddels zelf moeder. Maar nog steeds kan mijn moeder me het gevoel geven dat ik nog een kind ben. ‘Weet je zeker dat je nog een stuk taart neemt?’, zegt ze als ze vindt dat ik te dik word. En laatst begon ze opeens de inhoud van mijn keukenkastjes te herschikken. Het zal wel goed bedoeld zijn, maar van binnen begin ik dan te koken.”

“Ergernissen en haatgevoelens komen voor een groot deel voort uit empathie”, zegt Michael Cunningham. “Als je betrokken bij iemand bent, voel je die persoon zo goed aan dat hij of zij het verlengde lijkt van jezelf. Dit is heel sterk in de moeder-dochter-relatie. Doet de dochter iets fout, dan voelt het voor de moeder alsof ze zelf een fout maakt. Een moeder die vindt dat het huis van haar dochter niet schoon is, voelt zichzelf niet schoon en gaat ongevraagd een sopje maken. De meest voorkomende klacht van dochters is dat hun moeder altijd kritiek heeft. Moeders vinden op hun beurt dat dochters alles als kritiek opvatten, terwijl ze alleen maar hun bezorgdheid of belangstelling uiten.

Als je partner, vriendin, collega of moeder een gewoonte heeft waarvan hij of zij zich niet bewust is, maar die jou horendol maakt, breng het dan op een liefdevolle manier ter sprake. Waarschijnlijk is het diegene niet eens opgevallen dat het je stoort. Als blijkt dat deze persoon dit aspect aan zichzelf niet kan veranderen, is het tijd om de balans op te maken. Bedenk wat je hebt en realiseer je dat iedereen zo zijn onhebbelijkheden heeft. Jij ook! Ergernissen zijn altijd tweerichtingsverkeer: jij ergert je aan zijn rommelige karakter, hij stoorde zich eraan dat jij altijd aan het opruimen bent. Het enige wat je kunt doen, is elkaar halverwege ontmoeten óf er op een andere manie tegenaan kijken. Mensen kun je niet veranderen, wat je wél kunt doen, is het veranderen van je perspectief.

Flair-Pg34-35

Top vijf ergernissen binnen relaties

Als je denkt aan ergernissen binnen relaties, dan denk je eerder aan grote drama’s zoals ontrouw, een verslaving of meningsverschillen, dan aan pietluttige dingen, zoals smakken tijdens het eten. Maar volgens psycholoog Michael Cunningham van de Universiteit van Louisville zijn het juist die dingen die ons storen. Hij deed er onderzoek naar. En wat bleek? Vrouwen en mannen ergeren zich aan totaal verschillende dingen:

Waaraan vrouwen zich storen bij mannen

1. Het vergeten van belangrijke data, zoals verjaardagen
2. Niet ambitieus genoeg zijn
3. Slechte gewoonten hebben, zoals boeren of winden laten
4. Kijken naar andere vrouwen
5. Koppig zijn en zijn ongelijk niet willen toegeven

Waaraan mannen zich storen bij vrouwen

1. Hem doodzwijgen als ze boos is
2. Oude koeien uit de sloot halen
3. Te afstandelijk of te aanhankelijk zijn
4. Kritisch zijn
5. Koppig zijn en haar ongelijk niet willen toegeven

Bron: Social Allergies in Romantic Relationships (2005), Michael Cunningham.

Ergernissen en oplosingen

Ergernis: Rommel in huis

In bijna alle relaties is één persoon rommeliger dan de ander. Uit onderzoek van de Columbia Universiteit in New York blijkt dat tachtig procent van de koppels die samenwonen zich ergert aan de spreekwoordelijke rondslingerende sok. Wat te doen? Je vriend zal misschien nooit zo opruimen zoals jij dat graag zou willen. Probeer je daar niet constant over op te winden, maargeef het probleem een ander plekje in je hoofd. Denk bijvoorbeeld aan de dingen die hij wél doet. Het veranderen van je perspectief kan irritaties wegnemen en verandert de hele dynamiek van je relatie.

Ergernis: Ik heb meer verantwoordelijkheden

Hoe ironisch het ook klinkt, stellen die alle verantwoordelijkheden in het huishouden delen, zijn het minst gelukkig, blijkt uit onderzoek. Omdat ze veel tijd spenderen aan meten, vergelijken en twisten over wat een eerlijke verdeling is. Het belangrijkste is dat het voor beide partners ongeveer gelijkwaardig voelt. Deel niet alles doormidden, maar neem de taken op je die je leuk vindt of die jou beter liggen.

Ergernis: Te weinig waardering krijgen

Stel je hebt heerlijk gekookt, maar je krijgt geen waardering voor alle uren die je in de keuken hebt gestaan. Soms zijn mensen zo met zichzelf bezig, dat ze vergeten ook nog sociaal te zijn. Ga niet meteen met een chagrijnig gezicht in een andere kamer zitten, maar probeer op een speelse manier je partner duidelijk te maken dat hij best wat complimenteuzer mag zijn. Zeg bijvoorbeeld hardop tegen jezelf: “Wat heb je fantastisch gekookt. Heb je die verse vis vandaag op de markt gehaald? Het smaakt heerlijk.” Op deze manier neem je controle over je eigen emoties en maak je je partner op een grappige manier iets duidelijk.

Ergernis: Hij doet het bewust

Heb je er een hekel aan als je vriend een glaasje te veel drinkt, maar hij doet het toch? Dan kun je denken: zie je wel, hij houdt niet echt van me, anders zou hij het niet doen. Het probleem is vaak niet het gedrag van je partner, maar de manier waarop jij het labelt. Ga in liefde en vriendschap niet uit van slechte bedoelingen. Als jij op zoek gaat naar bewijs dat je partner egoïstisch is, dan zul je dat bewijs ongetwijfeld vinden. Je focust je dan alleen op de dingen die je vooroordeel bevestigen en bent blind voor de dingen waaruit blijkt dat hij ook rekening met je houdt.

Ergernis: Hij is te lui

Stel: het huis is een puinhoop en er staat nog een berg was te wachten, maar je vriend ploft bij thuiskomst op de bank. Als jij dat irritant vindt, betekent het vaak dat jij dat zelf ook wel zou willen: gewoon relaxen als je daaraan behoefte hebt, ook al is het rommelig in huis. Probeer gewoon eens de boel de boel te laten. Laat de afwas staan en niet meteen alles opruimen. Als je de volgende keer reageert op een ergernis, ga je de strijd aan met jezelf, in plaats van een ander.

Bron: Psychology Today, 2010

Wat je kunt leren van je ergernissen

Irritaties zeggen volgens psycholoog Jeannette Bolck vaak meer over jezelf dan over de ander. Dus erger je je mateloos, dan is het tijd voor zelfreflectie. Drie vragen die je jezelf zou moeten stellen voordat je ontploft:

1. Erger ik me hier altijd aan?

Als dit niet het geval is, dan heeft het er waarschijnlijk mee te maken dat je moe bent, ongesteld moet worden of gewoon een slechte dag hebt. Reageer je niet af op je partner, maar verwen jezelf extra. Als je uitgerust bent, zul je je ook niet zo snel meer ergeren. Als het een steeds terugkerende irritatie is, moet je het gedrag van de ander niet meteen afkeuren. Dat jij je ergert, betekent niet dat hij iets fout doet. Zie het als een punt waarop jullie verschillen: ik ben zus, hij is zo. Accepteer dit en probeer een middenweg te vinden.

2. Ben ik misschien jaloers?

Soms komen ergernissen voort uit jaloezie. Kijk eens heel eerlijk naar jezelf. Ben je niet stiekem jaloers? Als je je ergert aan een vriendin die vaak te laat komt, zou je misschien zelf ook wel zo relaxed in het leven willen staan. Doe vervolgens ook iets met dit inzicht. Doe het ook wat rustiger aan en houd wat meer rekening met jezelf dan met anderen.

3. Waaraan erger ik me nou écht?

Gaat het je echt om die pietluttige dingen waarover je zeurt of speelt er iets anders? Vaak dienen ergernissen over kleine dingen als bliksemafleider voor een groter probleem. Misschien ben je onzeker en ga je vervolgens over allerlei onnozele dingen ruziën. Beter is het om het beestje gewoon bij de naam te noemen. Op die manier ben je constructief aan het communiceren en dat is de eerste stap in het oplossen van een probleem.

Haat en liefde in het brein

Haat en liefde liggen ook in het brein dicht bij elkaar. Tot deze conclusie kwamen Britse wetenschappers toen ze verschillende proefpersonen onder een hersenscan legden. Sommige proefpersonen kregen foto’s te zien van mensen voor wie ze diepe haat koesterden (een vervelende collega of ex-geliefde). Anderen kregen juist een foto van hun geliefde te zien. Opvallend genoeg stimuleerden haat en liefde voor een groot deel dezelfde hersengebieden. Een hersengebiedje (de putamen) dat actief werd, kan er in een liefdevolle bui voor zorgen dat je je geliefde beschermt en in kwade bui dat je de aanval inzet. Ook werd bij alle proefpersonen een gebiedje (de insulaire cortex) actief dat betrokken is bij gevoelens van pijn, verdriet en jaloezie. Bij haat en liefde komen dus heftige gevoelens vrij, die deels uit hetzelfde ‘kwabje’ komen.

Bron: PLoS OnE, oktober 2008.

Meer weten?

Psycholoog Jeannette Bolck heeft samen met haar collega Sabijn Arts een praktijk voor volwassenen, pubers en kinderen in Amsterdam. Voor meer informatie kun je kijken op counselingamsterdam.nl

Tekst: Otje van der Lelij

Illustratie: Judith van der Giessen

Margriet / Ik wil het, ik wil het, ik wil het!

Ik wil het, ik wil het, ik wil het!

Hoe u al winkelend wordt geprikkeld om toch dat ene jurkje of parfum te kopen of hoe een man een vrouw om zijn vingers windt, het heeft allemaal te maken met de kunst van het verleiden.

`Ik ben geen aantrekkelijke man, ik heb heel eenvoudig de roestvaste overtuiging dat ik alles kan.’ Aldus ’s werelds succesvolste verleider, de Italiaan Giacomo Casanova. Als Casanova een vrouw ontmoette, bestudeerde hij haar, ging hij mee in haar stemmingen, ontdekte wat zij in haar leven miste, en zorgde ervoor dat ze dit kreeg. Zo maakte hij van zichzelf de ideale minnaar.

De perfecte verleiding Verleiding is de ultieme vorm van macht, schrijft auteur Robert Greene in zijn boek De 24 wetten van het verleiden. En we worden ermee overspoeld. ‘Verleiders zijn nooit egocentrisch, hun blik is naar buiten gericht, als ze iemand ontmoeten is het eerste wat ze doen zich in die persoon verplaatsen’, lezen we onder meer. Er bestaat dan ook een duidelijke parallel tussen het verleidingsspel van mannen en vrouwen en het verleiden van de consument, zegt Aad Kuijper, directeur van reclamebureau Alfred. Kuijper is bekend van de Bommetje!-reclame voor Melkunie en won recent de Gouden Loekie voor de Calvé Pindakaas-commercial (`Haal eruit wat erin zit’) over een kleine Pieter van den Hoogenband. Aad Kuijper: “Zoals een man en vrouw het van elkaar weten wanneer ze de ander verleiden, zo weet de consument ook dat hij door een reclame wordt verleid. Ik geloof als reclamemaker niet in het misleiden van mensen, maar in het meteen duidelijk maken wat de bedoeling is. Vervolgens is het de kunst om het spel zo goed mogelijk te spelen, zodat iemand niet wegzapt maar blijft hangen.” Dat verleiden van de consument doen reclamemakers met humor, door te vertederen (zoals bij Calvé’s Pietertje) of door mensen te verrassen. Aad Kuijper: “Je moet het publiek zien te raken en om dat voor elkaar te krijgen moet je je vooral heel goed in een ander kunnen verplaatsen. Eigenlijk precies zoals het gaat bij verleiding tussen mannen en vrouwen.” Zo maakte Kuijper een succesvolle Europese campagne voor O.B. Tampons door zich voor te stellen hoe het moet voelen voor een vrouw om hevig te menstrueren. Kuijper: “Ik zou niet meer durven opstaan, dus bedacht ik een vrouw die zich door haar kantoor beweegt zonder van haar bureaustoel af te komen. Vrouwen dachten dat het filmpje wel door een vrouw gemaakt moest zijn, zo herkenbaar was het.”

Oogcontact maken

Je goed in de ander kunnen verplaatsen is een klassieke verleidingstechniek, zegt psycholoog Jeannette Bolck van Arts & Bolck Therapeuten. “Net als de ander het gevoel geven te worden gezien, of mooi of bijzonder te zijn. Wie is daar nu niet gevoelig voor? Sommige mensen flirten de hele dag door, bewust maar vaak ook onbewust. Van voortdurend oogcontact maken op straat en tegen iedereen glimlachen tot een vriendelijk woordje voor de caissière.” Of zoals Robert Greene het verwoordt: ‘In feite ziet de verleider de hele wereld als zijn slaapkamer. Hij beschouwt elke sociale en persoonlijke interactie als een potentiële verleiding.’ Maar het kan ook een maniertje worden, een tactiek. Sommige aalgladde charmeurs zijn stiekem heel onzeker en hebben juist last van bindingsangst. Jeannette Bolck: “Ze zijn altijd met de ander bezig en laten zichzelf nooit écht zien. Ze zoeken veiligheid in het flirten en verleiden. Het gaat om het jagen en als de prooi eenmaal veroverd is, gaan ze weer door naar de volgende. Vrouwen zijn meestal geneigd zich wat sneller te hechten aan de persoon die ze hebben verleid.”

Maak je je de verleidingskunst op een positieve manier eigen, dan heb je er veel profijt van. Bij een sollicitatie, de omgang met collega’s of cliënten, bij vrienden en natuurlijk in de liefde. Verleidelijke mensen hebben vaak extreem goede sociale vaardigheden, zegt Jeannette Bolck: “Hoe sta je, hoe kijk je iemand aan, maak je een grap of lach je om grapjes van de ander, ook al zijn ze dom?

Een goede verleider is niet bang om te worden gezien en ziet ook de ander. Hij of zij kent zijn of haar eigen kwaliteiten en weet deze met verve te dragen.” Wie verleiders-kwaliteiten bezit heeft ook nog eens extra veel plezier in het leven, want, zo stelt Bolck: “Je bent in staat om een ander een goed gevoel te geven en hiermee tegelijk ook jezelf. Kortom, een dubbele egoboost.”

Margriet-Pg68-69

Drie veelvoorkomende verteiderstypen, volgens Robert Greene

  • De Sirene is de ultieme mannelijke fantasie, haar aanwezigheid is altijd met spanning en erotiek geladen. Ze kan gevaarlijk zijn. Beroemde voorbeelden: Cleopatra en Marilyn Monroe.
  • De Versierder, meestal een man, is ontrouw, oneerlijk en amoreel, maar o zo aantrekkelijk. Hij is een slaaf van zijn liefde voor vrouwen. Beroemde voorbeelden: Richelieu en Gabriele d’Annunzio.
  • De Ideale Minnaar kan als geen ander de illusie oproepen waar u behoefte aan heeft. Mist u romantiek, avontuur, spiritualiteit? Hij zorgt ervoor. Beroemde voorbeelden: Casanova en Madame de Pompadour.

Daadkracht & zelfvertrouwen

Nog even terug naar de verleiding tussen mannen en vrouwen. Masterflirt geeft workshops, tips en coachingtrajecten om zelfs de muizigste man om te toveren in een ware verleider. Verleiden gaat in eerste instantie om zelfvertrouwen uitstralen, zegt Masterflirt-coach Tom Gorny. “Vrouwen vallen op mannen die weten wie ze zijn, die richting geven aan hun leven, lekker in hun vel zitten en zelfverzekerd zijn.” Als je succesvol wilt zijn bij vrouwen, moet je eerst groeien als man, stelt Gorny. Iets eenvoudigs als initiatief tonen tijdens een afspraakje is iedere man aan te leren.

Tom Gorny meent dat de emancipatie voor de nodige verwarring heeft gezorgd op het terrein van de verleiding. Gorny: “Als het om aantrekkingskracht en verleiden gaat werkt het klassieke man-vrouwpatroon toch beter dan gelijkheid. Een vrouw valt nu eenmaal eerder voor een man die iniatief neemt, die zelfverzekerd durft te zijn. De Nederlandse man mist op dat gebied vaak een toefje daadkracht.” De verleiders in spe leren bij Masterflirt om uit hun comfortzone te stappen en juist die dingen te doen die ze normaal niet durven. Of het nu gaat om het regelen van een telefoonnummer of een vrouw verleiden tot een date en alles wat daarna komt. En of deze mannen nu klein van stuk zijn, kalend of een bierbuik hebben, met de juiste dosis zelfvertrouwen kunnen ze uiteindelijk iedere vrouw om hun vingers winden.

Conclusie: iedereen kan aantrekkelijk zijn

De verleiders van deze aarde, mannen én vrouwen, zijn volgens Robert Greene onder te verdelen in negen typen: De Sirene, De Versierder, De Ideale Minnaar, De Dandy, Het Kind, Coquettes, De Charmeur, De Charismaticus en De Ster. Iedereen kan zich herkennen in een van de typen (zie kader), zegt Greene. Vervolgens moet je je eigen verleidelijke eigenschappen leren kennen, ze versterken en ze uitproberen op het andere geslacht. Of, zoals hij het in zijn boek verwoordt: Het gaat erom jezelf bewust te worden van je innerlijke vermogen mensen aan te trekken en in de ban te houden. En lang niet ieder van ons is zich daarvan bewust.’

Bronnen:

De 24 wetten van het verleiden, Robert Greene, Meulenhoff.

Psycholoog Jeannette Bolck ziet therapie als een manier om nog ongebruikte krachten aan te boren. Meer informatie: www.counselingamsterdam.nl

Tom Gorny is coach bij Masterflirt, www.masterflirt.nl.

Theo Kars schreef in 1969 De Verleider. In 2010 verscheen van zijn hand Memoires van een slecht mens, deel 1, Atheneum.

Tekst: Sara Luijters

Illustraties: Judith van den Hoek

Glamour / Even het liefdessaldo aanvullen

Even het liefdessaldo aanvullen

Je draait dopjes op tubes tandpasta, raapt zijn sokken en onderbroeken op en bedenkt wat er gegeten wordt. Hij zet in ruil daarvoor nooit de wasmachine aan en moppert over kant-en-klaarmaaltijden na het sporten. Als dit scenario je bekend voorkomt, sta je als stel emotioneel rood. De hoogste tijd om de rekening op te heffen of te zorgen voor een positief saldo.

“Het kan heel verhelderend werken om eens op een economische manier naar emotionele zaken te kijken,” zegt psycholoog Jeannette Bolck van Therapeuten Arts & Bolck. “Als team is het essentieel om regelmatig je relatie te evalueren. De bankrekening is pas weer gevuld als je je allebei geliefd, gewaardeerd en gehoord voelt.” En als de reserves voldoende zijn, kun je ook wel eens een misstap maken. Maar hoe kom je weer op een positief saldo uit, als de kleinste dingen al te veel zijn? “Door iets liefs voor elkaar te doen, zelfs al zie jij er zelf het nut niet van in,” zegt Bolck. Geef hem dus een lekker koud biertje als hij uit zijn werk komt en laat hem een halfuur sport zappen, of neem die mooie bloemen voor haar mee. Bolck: “Ook door de ander dingen te gunnen, zoals die avond stappen met vrienden/vriendinnen, kun je scoren. En door meer tijd voor elkaar te maken.”

Manieren om regelrecht op een relatiebankroet af te koersen: weinig samen doen (maar wel met anderen), vaak te laat (en dronken) thuiskomen, lui zijn, geen seks meer hebben of affectie tonen en voortdurend kritiek leveren. Op een gegeven moment gun je elkaar niets meer en weiger je nog iets voor de ander te doen, vaak met een break-up als resultaat.

Glamour-Pg102

Babette (32) is twaalf jaar samen met Gijs (34.), ze hebben twee kleine kinderen. Twee jaar geleden belandden ze in een zware relatiecrisis. Babette: “Ik had het idee dat ik mij veel meer uitsloofde voor onze relatie, maar dat Gijs dit helemaal niet zag. Als ik wilde praten over onze problemen, ging hij op slot. Toch vond ik dat we voor onze relatie moesten knokken, ik stelde voor om in therapie te gaan. Het was een heftige tijd, maar nu gaat het beter dan ooit. We praten eindelijk met elkaar en luisteren ook veel beter. Zo had hij geen idee dat ik me ergerde aan zijn geslurp en gesmak en wist hij niet dat ik het fijn vind als hij op zondag een ontbijtje voor me maakt.”

Storten en opnemen, rood staan – een relatie is net als een bankrekening. Geef meer zorg, aandacht en waardering uit dan je ontvangt, en je raakt als koppel uit balans.

Goed communiceren is volgens Jeannette Bolck de sleutel voor een positief banksaldo: “Ga bij problemen een keer in de twee weken samen om de tafel zitten. Wie heeft er te veel uitgegeven, hebben jullie allebei genoeg gestort? Zo houd je zicht op jullie emotionele bankrekening.”

De relatie van Emma (25) overleefde een affaire: “We zijn heel jong getrouwd. Na twee jaar ging Luc vreemd. Hij biechtte het zelf op. Door lange gesprekken te voeren, ontdekte ik waarom Luc is vreemdgegaan. Ik was altijd met mijn werk bezig, hij voelde zich door mij verwaarloosd. Nu houden we ruimte vrij in onze agenda voor afspraakjes, net zoals in het begin. Mijn vertrouwen in hem heeft wel een flinke deuk opgelopen, maar hij laat mij door kleine dingen zien dat hij mij niet kwijt wil.” Nog een tip van de psycholoog: “Laat elkaar weten waar jij gelukkig van wordt. Ga vooral niet zitten wachten tot hij uit zichzelf een kopje thee op bed brengt, maar vraag het hem gewoon. En juich eens voor hem als hij spontaan iets voor je doet, daar zijn mannen nu eenmaal gevoelig voor. Bij de ander ‘scoren’ is vaak een stuk simpeler dan je denkt.”

Succes boeken

De 7 eigenschappen van effectief leiderschap, dr. Stephen Covey (Business Contact, € 26,50). Covey is de bedenker van de bankrekening als metafoor voor relaties tussen mensen. Volgens Covey onderhoud je met ieder mens een emotionele bankrekening, van collega’s tot geliefden en familie. Wat wil hij, wat wil zij, dr. Willard F. Harley (Gideon, € 12,50) Wil je weten hoe je bij de ander goodwill kweekt? Dit boek gaat in op de verschillende behoeftes van mannen en vrouwen in relaties. Goed boek om samen te lezen.

Tekst: Sara Luijters

Illustraties: Ingrid Bockting

Ook / Zit u op een roze wolk? Ja/Nee

Stelling: ‘Het omaschap verandert je leven voorgoed’

Nee zegt onze hoofdredacteur Carla van Klaveren (53), oma van Daniël (3 maanden)

“De meest gestelde vraag sinds Daniël op 22 oktober ter wereld kwam, is hoe ik me voel nu ik oma ben. Juist omdat ik al bijna vijf jaar hoofdredacteur ben van een tijdschrift speciaal voor opa’s en oma’s, is iedereen mateloos geïnteresseerd of ik als mens ben veranderd. Maar ik kan niet zeggen dat het heel anders is geworden. Ik voel me nog precies dezelfde Carla, heb nog dezelfde baan, collega’s, vrienden en liefhebberijen. Het is bijzonder dat we een nieuw familielid erbij hebben die bij ons blijft, maar ik ben geen surrogaatmoeder. In tegenstelling tot toen ik zelf moeder werd, is mijn leven niet 180 graden gedraaid met de komst van Daniël. Toen wist ik: vanaf nu zal mijn leven nooit meer hetzelfde zijn. Dat heb ik niet met het omaschap. Alles gaat gewoon door in hetzelfde tempo. Ik ben ook niet minder gaan werken en heb geen vaste oppasdag of een speciale babykamer. We hebben natuurlijk wel alles in huis voor als Daniël komt logeren in de vakanties, maar ik hoef niet op gezette tijden voor hem te zorgen. Dat zou ik ook niet willen. Als collega’s dat vroeger hoorden, zeiden ze altijd: ‘Wacht maar totdat hij is geboren, dan ben je wel om.’ Maar dat is niet gebeurd. Ik vind dat als je echt vast oppast er een bepaalde structuur in komt en het net is alsof je in loondienst bent. Nu kan ik met mijn vrije dag doen wat ik zelf wil. Een dagje winkelen, een lang weekend weg of bij het mannetje langs gaan. Wij, zijn opa en oma, zijn er puur voor het verwennen. Uiteraard willen we in de vakanties graag dat hij komt logeren en gaan we met hem naar de speeltuin. Dat lijkt me heerlijk.

Het leuke is dat ik me al jaren kon voorbereiden op het omaschap. Ik lees alle brieven en mails die binnenkomen op de redactie. Vooraf maakte ik me er al een voorstelling van, maar ik was erg benieuwd hoe het in het echt zou zijn. Wat gaat er volgens het cliché en wat is anders? Ik ken de verhalen van oma’s die helemaal van hun sokken werden geblazen vanwege de komst van een kleinkind, maar dat had ik dus niet. Misschien komt het doordat ik verder weg zit en Daniël niet elke vrije minuut kan zien. Doordat we anderhalf uur van elkaar vandaan wonen, ben ik een langeafstandsoma en moet ik het hebben van zondagse bezoekjes of af en toe een fijn oppasmiddagje.

‘Mijn kleinkind is geen nieuwe invulling van mijn leven geworden, maar een prettige aanvulling’

Dat neemt allemaal niet weg dat ik dolblij ben met de kleine man en zielsveel van hem houd. Ik ben trots en gelukkig dat ik zijn oma mag zijn. Ik zie hem als een geweldig geschenk, een cadeautje van de natuur. Ik was ook erg blij verrast om mijn zoon Theo en schoondochter Jessie als ouders te zien. Ze doen het zo goed.

Ik ben in de eerste zes weken van Daniëls leven elke week langsgegaan om te hechten aan hem, maar daarna werd dat een te grote belasting. Nu komen we zo vaak mogelijk. En ondanks dat ik als mens niet ben veranderd, voldoe ik wel helemaal aan het stereotype beeld van een oma. Ik heb jasjes gebreid, stapels kleertjes gekocht en achter mijn bureau hangt het vol met foto’s van Daniël. Als ik hem twee weken niet zie, dan begin ik hem al erg te missen en verlang ik naar het pukkie. Zodra ik dan weer de kamer binnenstap, heb ik slechts oog voor hem. Mijn kleinkind is geen nieuwe invulling van mijn leven geworden, maar een prettige aanvulling.”

OOK-Pg56-57

Ja zegt OOK-lezeres Justine Vermeer (61), oma van Jorrit (5) en Marit (1,5 jaar)

“Zonder mijn kleinkinderen zou ik nog steeds ’s morgens de Albert Cuyp oplopen en ’s middags naar mijn bridge- en sportvereniging gaan. Ik ging regelmatig met vriendinnen de hort op en had meer vrije tijd. En met mijn man die 73 is en al een paar jaar gepensioneerd, maakte ik vaker leuke stedenreisjes. Nu passen we samen drie vaste dagen op Jorrit en Marit, en springen we als het nodig is ook in het weekend bij. Er gaan weken voorbij zonder dat ik tijd heb om een middag te kunnen winkelen in de stad en ons laatste tripje naar Wenen dateert alweer van een halfjaar geleden. Onze agenda wordt bepaald door de kleinkinderen.

Twee jaar geleden kwam mijn dochter Marion naar mijn man en mij toe met de vraag of wij bereid zouden zijn te verhuizen naar het dorp waar zij woonden. Wij pasten toen al, op de dagen dat Marion in Amsterdam werkte, bij ons thuis op Jorrit, maar hij zou eerdaags naar school moeten en dan had zij een probleem. In eerste instantie stonden mijn man en ik niet te springen om onze clubs achter te laten en ons geliefde Amsterdam te verlaten. Maar de liefde voor onze dochter en de wens om de jeugd van ons kleinkind – toen hadden we er nog maar één – van dichtbij mee te maken gaf de doorslag. We ruilden onze bovenwoning in de Pijp in voor een seniorenflat in een gehucht van amper driehonderd inwoners, op loopafstand van onze dochter. We hebben er geen dag spijt van gehad. Natuurlijk duurde het even voordat we waren ingeburgerd, maar op voorhand leek de stap veel groter. Het huis is prima, we hebben een veel groter balkon en de huur is lager dan in Amsterdam. Ik heb hier al wat vriendinnen gemaakt en mijn man is lid geworden van een biljartvereniging. Dat ik nu een totaal ander leven leid, vind ik niet erg.

‘Als ik ze twee dagen niet heb gezien, gaat het kriebelen en bel ik op of ik langs mag komen’

Ik noem het oppassen af en toe gekscherend mijn ‘onbetaalde parttime baan’. Drie dagen per week ben ik van ’s morgens half acht tot ’s avonds zes in touw met twee heel jonge kinderen. Maar hoe vermoeiend het soms ook is, ik ben stapel op de kindjes en blij dat ik onze dochter hiermee uit de brand help. Ik was dolgelukkig dat ik op de valreep toch nog oma werd. Onze enige dochter was al 39 toen ze via IVF zwanger raakte van Jorrit en op haar 43ste beviel ze van Marit. Dat zijn twee onverwachte cadeautjes.

Ik voel me bevoorrecht dat ik een rol mag spelen in hun leven. Ik kan uren met de kinderen tutten en knuffelen. Als ik ze twee dagen niet heb gezien, gaat het kriebelen en bel ik op om te vragen of ik niet even een kop koffie kan komen drinken. Het is fascinerend hoe snel die kleintjes veranderen. Marit begint steeds beter te praten en is echt oma’s lievelingetje. Maar ook Jorrit komt enthousiast de klas uit gerend, zodra hij me ziet op het schoolplein en wil heel vaak een nachtje komen slapen.

Het is zo leuk dat die kinderen al zo’n band met ons opbouwen, dat ik het totaal geen opgave vind mezelf zo weg te cijferen voor de kleinkinderen. Het is ook maar tijdelijk. Dat hele kleine duurt zo kort. We merken het al aan Jorrit, die begint steeds meer buiten te spelen. Er komt een tijd dat opa en oma niet meer interessant zijn en dat hij liever bij zijn vriendjes gaat logeren. Daarom hoop ik dat de tijd die ik nu steek in onze relatie zich later uitbetaalt in een goede band en dat de kinderen dan nog steeds graag bij opa en oma eten of gezellig een spelletje komen doen. Want ik kan me nu al niet meer voorstellen hoe een leven zonder de kleinkinderen eruitziet.”

Psychologe Jeannette Bolck over het verschil in beleving:

‘Het moment waarop je een kleinkind krijgt is bepalend’

Verandert een kleinkind je leven?

“Dat heeft met een aantal factoren te maken, maar voornamelijk met het moment in je leven waarop het kleinkind komt. Ben je nog fulltime aan het werk of al gepensioneerd? Met andere woorden: heb je nog heel veel om handen of heb je ineens zeeën van tijd? Moet het kind een bepaalde leegte opvullen, omdat je eenzaam bent of dealt met een zieke partner? En wat voor leven heb je zelf geleid? De generatie opa’s en oma’s van nu, staat bekend als die van heel harde werkers. Types die doorgaan, niet zeuren, maar poetsen. Nu ze opa en oma worden, gaat er een heel andere wereld open. Een waarin ze zichzelf toestaan te genieten en waarin er ruimte is om leuke dingen te doen. Meestal verandert er dan wel veel in hun leven.”

Waarom zo’n verschil in beleving?

“Carla heeft nog een baan en een druk leven. Haar prioriteiten liggen anders. Ze wil geen vaste oppasdag, dat is prima. Het heeft niets te maken met niet gek zijn op je kleinkind, want uit haar verhaal blijkt dat ze net zo dol op hem is als andere oma’s. Ik zie dat aan mijn eigen schoonmoeder. Ook zij heeft veel bezigheden, is heel actief en wil niet oppassen op mijn zoontje. Die taak heeft ze gehad, zegt ze. Maar daarom houdt ze niet minder van hem. Ze heeft een altaar aan foto’s van hem staan, kookt zijn lievelingsmaaltjes en vindt alles even geweldig wat hij doet. Dat heb je ook met vriendschappen. De vriendinnen die je maar eens per jaar ziet, kunnen net zo dierbaar zijn als degenen die je elke week spreekt. Bij Justine zie je een extreme vorm van het omaschap. Zij verhuisde zelfs voor haar kleinkind en verbrandde al haar schepen achter zich. Ze geniet van de ontwikkeling van de kinderen en cijfert zich met liefde voor hen weg. Bij haar zie je dat haar gezin een bijzondere plaats inneemt in haar leven. Er zit ook iets in van ‘jezelf goed voelen doordat een ander zich goed voelt’. Maar blijkbaar brengen haar kleinkinderen haar meer geluk dan werk en clubjes, en was ze zelf toe aan iets anders.”

Waarom is de ene oma hoteldebotel en houdt de ander meer afstand?

“Het krijgen van een kleinkind is te vergelijken met het verliefdheidsgevoel dat je normaal ervaart bij een partner. Het kleinkind kan niets fout doen, wordt overstelpt met aandacht en voortdurend op de foto vastgelegd. En ze krijgen dat verliefdheidsgevoel weer terug als zo’n kleintje op hen af komt rennen: ‘Oma!’ Moeders zijn ook wel verliefd op hun kinderen, maar opa’s en oma’s hebben meer tijd en rust om er intens van te genieten. Oma’s hoeven immers niet de was te doen en voor het eten te zorgen. Ze kunnen een hele middag boekjes voorlezen of knutselen. Maar ook bij verliefdheid heb je verschillende vormen. Sommige mensen verliezen zich helemaal in het gevoel. Ze verwaarlozen hun baan en laten vriendschappen versloffen. Anderen houden dat verliefdheidsgevoel meer voor zichzelf en voelen die liefde ook zonder alles om zich heen te laten vallen. Daar is geen goed of fout in. Je bent niet meer of minder verliefd.”

Carla heeft het over ‘in loondienst zijn’, Justine noemt het oppassen gekscherend haar ‘parttime baan’.

“Je moet opletten dat het geen aangenomen werk is, in de zin dat je geen oma meer kunt zijn en de opvoedtaak van de ouders overneemt. Maar als het met mate gebeurt, is er niets op tegen. In het algemeen passen grootouders graag op, omdat ze dan een hele middag of dag onbeperkt kunnen knuffelen, liefde geven en lekker gek doen. Met een kind kun je bovendien zoveel meer jezelf zijn. Je hoeft niet te voldoen aan de eisen van de maatschappij en geen schijn op te houden. De opa’s en oma’s van nu komen zoals gezegd uit een generatie die gewend is altijd hard te werken. Vooral opa’s gaan helemaal los met hun kleinkinderen. Ik hoor in mijn praktijk soms dochters jaloers zeggen dat hun vader nu de leukste opa is en allerlei dingen doet die hij nooit met zijn eigen kinderen deed.”

Interviews: Joan Makenbach

Margriet / De maakbare man

De maakbare man

… Maar hij heeft ook wat minder leuke karaktertrekjes

Een andere broek, een wat vlottere bril, een hipper kapsel: het uiterlijk van je geliefde valt nog wel aan te passen, maar zijn persoonlijkheid… Maar waarom wíllen we onze partner eigenlijk veranderen? En heeft het überhaupt zin?

Een fris en opgeruimd huis, zonder dat je hem drie keer hebt moeten vragen of hij alsjeblieft dat kopje in de afwaswasmachine wil zetten; een complimentje over je nieuwe jas of gewoon omdat hij je nog steeds mooi vindt. Een luisterend oor als jij na een hectische werkdag je verhaal kwijt wilt: is het nou werkelijk te veel gevraagd om dit van je echtgenoot te verwachten? Volgens Ilona (43, uit Eindhoven) wel. “Toen ik met Frank ging samenwonen ging ik me opeens heel erg aan zijn gedrag storen. Hij noemt zichzelf ‘lekker relaxed’, maar ik vind zijn ‘relaxte’ gedrag gewoon supervervelend. Na zijn werk ploft hij op de bank en komen er maar drie woorden uit hem: ‘Nee’ en ‘Ja, straks’. Ondertussen moet ik continu alles regelen. Ik neem het voortouw met vakanties plannen. Ik moet een oppas regelen als we een avond uit willen. Ik struin het internet af op zoek naar scholen voor ons kind. Het lijkt wel alsof hij zich helemaal niet om ons bekommert. Man, denk ik dan, doe ook eens wat! Maar hoe vaak ik er ook wat van zeg, Frank blijft gewoon lui en chaotisch. Hij helpt me uiteindelijk wel, maar dan moet ik eerst kwaad worden. En als hij dan eindelijk een keer initiatief heeft genomen, heeft hij voor zijn gevoel zijn taak voor die maand volbracht, en gaat hij weer achteroverleunen.”

Een introverte geliefde zal nooit een uitbundig gezelligheidsdier worden. En een gesloten persoon zal nooit zijn diepste geheimen met je delen.

Dag roze wolk

In blinde verliefdheid vind je alles aan iemand nog geweldig. Je geliefde laat zich van zijn beste kant zien, en zelfs zijn mindere trekjes vind je nog aandoenlijk. Maar als de roze wolk eenmaal is verdwenen, is daar de koude douche van de realiteit. Je vriend is toch niet zo attent als je dacht, en de karaktereigenschappen die je eerst zo leuk vond, kunnen je opeens gaan tegenstaan. “In het begin van een relatie heb je vaak behoefte aan een tegenhanger van jezelf. Ben je zelf erg opgeruimd en punctueel, dan kan het bevrijdend zijn als je iemand tegenkomt die wat nonchalanter in het leven staat,” zegt psycholoog Jeannette Bolck. “Maar als je elkaar wat langer kent, kan zijn nonchalance je opeens gaan irriteren.” Je vindt het vervelend dat hij zijn spullen overal laat slingeren, of dat hij het niet zo nauw neemt met de tijd. Dit zijn de momenten waarop de eerste pogingen tot verandering de kop opsteken. Vraag jezelf in eerste instantie af waarom je zo graag wilt dat je partner verandert, adviseert Bolck. Waarom wil je eigenlijk dat hij wat opgeruimder is en waarom vind je het zo vervelend dat hij na zijn werk lui met biertje op de bank ploft? Bolck: “Het klinkt misschien gek, maar als je wilt dat je partner verandert, heeft dat vaak met jaloezie te maken. Als jij je ergert aan zijn gedrag, kan dat betekenen dat jij dat zelf ook wel zou wil len kunnen: gewoon ontspannen als je daar zin in hebt, ook al staat er een berg afwas te wachten. Eigenlijk neem je het je partner indirect kwalijk dat jij er zo hard aan trekt. Dus als hij nou wat meer wordt zoals jij, dan kun jij wat meer achteroverleunen.” Je kunt dus wel eisen dat hij verandert, maar je kunt het ook als signaal opvatten dat je wat beter naar je eigen behoeftes moet luisteren. Is het echt zo erg als je na een baaldag op je werk met een pyjama op de bank kruipt en een pizza bestelt? En als jij net als hij ook behoefte hebt aan ontspanning, waarom trakteer je jezelf dan niet op een verwendag? Of neem een lekker bad zodat je hem en zijn rotzooi even niet hoeft te zien.

Je kunt wel eisen dat hij verandert, maar je kunt het ook als signaal opvatten dat je wat beter naar je eigen behoeftes moet luisteren.

Margriet May 2011

Tegenstanders

Erop blijven hameren dat iemand moet veranderen, kan volgens Bolck een relatie onder druk zetten. De schroef wordt dan zo strak aangetrokken dat je op den duur niets meer van elkaar kunt hebben. Je wordt dan tegenstanders in plaats van teammaatjes. Dat merkte Charlotte (34, Sittard): “Mijn man vindt het heel moeilijk om dingen weg te gooien. Toen ik bij hem introk, stond ik werkelijk versteld van wat ik allemaal tegenkwam: lege jampotjes, handleidingen in het Chinees of Jiddisch, oude schoolgidsen, wel tien aangebroken pakken macaroni. In het begin kon ik er wel om lachen. Als ik een potje tegenkwam dat vijf jaar over de datum was, zei ik spottend: ‘Kan dit weg, of wil je hier nog iets mee?’ Op den duur vond ik het niet meer grappig. Zeker toen we een kindje kregen en mijn man het vertikte zijn oude troep weg te gooien. We kregen steeds vaker ruzie, en ik had het gevoel dat hij geen ruimte wilde vrijmaken voor zijn gezin. Hij voelde zich op zijn beurt gecontroleerd en vond dat ik alleen nog maar kritiek op hem kon hebben. We hebben toen een deal gemaakt: samen hebben we de echte rotzooi weggegooid, de rest in dozen naar de garage gebracht en alleen onze mooiste spullen in de woonkamer gezet.”

Dit is volgens Bolck een prima tussenoplossing. “Je kunt ieder op je eigen eilandje blijven zitten en koppig zeggen dat je niets wilt veranderen, maar dat is niet realistisch. Je zit toch in een relatie, dus je zult je moeten aanpassen.’ Probeer in eerste instantie uit de strijd te komen door een eerlijk gesprek te hebben over elkaars behoeftes. Ontmoet elkaar halverwege, zo luidt het advies. Wil hij op vakantie samen cultuur snuiven en lig jij liever de hele week lui aan het zwembad met een goed boek? Stem dan toe met een eerlijke verdeling van rust en culturele uitstapjes. En kijk of je je eigen behoeftes niet op een andere manier kunt vervullen, want dat ligt er vaak aan ten grondslag: je wilt dat je man verandert, omdat jouw behoeftes anders niet worden bevredigd. Houdt je echtgenoot bijvoorbeeld niet van klassieke muziek, kijk dan of je met een vriendin naar dat pianoconcert kunt gaan.

En dan is daar de koude douche van De realiteit. De karaktereigenschappen die je eerst zo leuk vond, kunnen je opeens gaan tegenstaan.

Verliefde bril

Wees daarnaast blij met kleine veranderingen. Een introverte geliefde zal nooit een uitbundig gezelligheidsdier worden. En een gesloten persoon zal nooit zijn diepste geheimen met je delen. Wat volgens Bolck ook helpt, is om die eigenschap die je wilt veranderen, weer even door een verliefde bril te bekijken. Elk irritant trekje heeft namelijk ook een charmante tegenhanger. Je vindt het misschien vervelend dat je man nooit mee wil naar feestjes, maar zijn rust en huiselijkheid voelt ook lekker warm en vertrouwd.

Verwacht niet dat je zijn persoonlijkheid kunt veranderen, maar sluit een compromis dat voor iedereen goed voelt. Het gaat er dan om in hoeverre je je kunt aanpassen aan elkaar, en toch het gevoel hebt dat je nog jezelf bent. Als je partner het heel belangrijk vindt om een keer in de week met zijn vrienden af te spreken, moet je hem die ruimte geven. Kort hem dus niet op dingen die hoog op zijn prioriteitenlijstje staan, en maak verder duidelijke afspraken die voor jullie allebei goed voelen. Als je bijvoorbeeld wilt dat je man wat meer meehelpt in huis, geef hem dan taken die hem goed liggen. Laat hem bijvoorbeeld de administratie doen, en de badkamer en het toilet schoonmaken. Het precies doormidden splitsen van alle taken leidt alleen maar tot ruzies, blijkt uit Amerikaans onderzoek. Omdat stellen dan continu aan het meten, vergelijken en twisten zijn over wat een eerlijke verdeling is. Maak dus een ongeveer gelijkwaardige verdeling. En heel belangrijk: vergeet vooral niet wat je wel in hem waardeert. Het loslaten van veranderdrang geeft rust, en komt je relatie ten goede. Kun je het toch niet laten, bedenk dan dat het altijd tweerichtingsverkeer is: jij ergert je aan zijn rommelige karakter, en hij stoort zich eraan dat jij altijd zo opgeruimd bent. Doe allebei wat water bij de wijn. Aan iemands persoonlijkheid kun je niet sleutelen, wel aan de manier waarop je met de situatie omgaat.

Meer weten?

Psycholoog Jeanette Bolck heeft een praktijk voor volwassenen, pubers, en kinderen in Amsterdam. Meer informatie: www.counselingamsterdam.nl

Tekst: Otje van der Lelij

Illustratie: Tessa Benders/Studio Bont

Flair / Doe het lekker zelf!

Klussen zonder ruzie

Wekenlang verven, schuren en behangen is níet romantisch, ondervond journalist Priscilla. Met deze tips voorkom je dat de bom barst.

Klussen is voor mij synoniem voor ruzie. En dan niet het soort waarbij mijn vriend en ik in de bouwmarkt beschaafd kibbelen over de kleur verf. Nee, als wij doe-het-zelven leidt dat tot zo veel onenigheid dat we elkaar, zelfs als de klus geklaard, is nog een paar dagen compleet negeren. De laatste verhuizing is daar een mooi voorbeeld van. Anderhalf jaar geleden zagen we op Funda het perfecte huis: een rijtjeswoning, compleet opgeknapt. Nieuwe badkamer, nieuwe keuken en een vloer die zo blonk dat het leek alsof er nog nooit overheen was gelopen. Dat laatste was ook het geval, vertelde de eigenaar. “Het huis is net af. Mijn vriendin en ik hebben een half jaar lang geklust”, zei hij met vochtige ogen. Op mijn vraag waarom hij het dan nu al wilde verkopen, antwoordde hij: “Toen het huis af was, was onze relatie over.” In de auto spraken mijn vriend en ik twee dingen af: we zouden een bod doen én zo snel mogelijk verhuizen. Zonder in een relatiecrisis te belanden zoals de vorige bewoners.

Omdat het huis alleen maar gewit hoefde te worden, reserveerden we tien dagen om de verhuisklus te klaren. Eitje, dachten we. Maar dat viel tegen. Op dag één zouden we het behang van ons oude huurhuis eraf halen, omdat we alles in originele staat moesten opleveren. Jammer dat de stuclaag mee kwam. Op dag twee bleek de verf in het nieuwe huis niet te pakken en bleken de uren noeste schilderarbeid voor niets geweest. De muren zagen er nog slechter uit dan voordat wij aan de slag waren gegaan. Daarna elektrocuteerde vriendlief zichzelf bijna toen tijdens het ophangen van het stopcontact de stroom er tóch nog op bleek te zitten. Hij kreeg zo’n schok dat zijn arm bijna gevoelloos was en hij van het keukentrapje stuiterde. Uiteraard kreeg ik de schuld. En zo stapelde klusdrama na klusdrama zich op. En dat had zo zijn uitwerking op de sfeer. Op dag tien stonden alle verhuisdozen weliswaar in het nieuwe huis, maar zeiden wij niet eens meer welterusten tegen elkaar. We waren uitgeput en bloedchagrijnig. Inmiddels ben ik erachter dat we niet de enigen zijn bij wie de sfeer tijdens het betere doe-het-zelf-werk omslaat. Vrienden, collega’s en familie: iedereen die ik ken, heeft weleens een klusruzie gehad. Een onderzoek dat magazine 101 Woonideeën vorig jaar hield onder haar lezers bevestigt dat beeld. Daaruit blijkt dat 71 procent van de vrouwen zich aan hun partner ergert tijdens het klussen. Tien procent krijgt zelfs knallende ruzie met haar wederhelft.

‘Na een half jaar klussen was onze relatie over’

Met in het vooruitzicht een zolderverbouwing en ook nog een tuinmetamorfose waar Rob Verlinden jaloers op zou worden, vraag ik me af: is het mogelijk het tijdens de verbouwing gezellig te houden? Psycholoog Jeannette Bolck, gespecialiseerd in relatietherapie, stelt me gerust. “Ja hoor, je kunt het leuk houden, mits je van tevoren een realistische voorstelling van het klussen hebt. Veel stellen romantiseren het doe-het-zelven; samen liefdevol de muren schilderen of in harmonie een complete verbouwing leiden. Maar de realiteit is allesbehalve romantisch. Klussen staat op nummer twee in de top tien van grootste stressmomenten. Dat komt door een combinatie van factoren: je slaapt weinig, zit constant op elkaars lip, werkt onder tijdsdruk en doet dingen die je anders nooit doet, zoals verven of zagen. Veel stellen zijn daarbij ook nog nerveus omdat ze voor het eerst gaan samenwonen of naar een nieuwe omgeving verhuizen. Dat maakt verbouwen tot een soort pressure cooker voor je relatie: de spanning bouwt zich gaandeweg op tot het tot een explosie komt.”

Vriendin Susan (28) weet precies waar Jeanette het over heeft. Susan: “Mijn vriend en ik kochten vol goede moed een jarendertighuis, een opknappertje. Drie maanden lang zouden we over de verbouwing doen. Na drie weken voelde ik de onderhuidse spanning al groeien. Jonathan sloopte per ongeluk de verkeerde muur en ik kwam erachter dat er van elke deurpost drie laklagen moesten worden geschuurd, waardoor de blaren op mijn handen stonden. Om ruzie te voorkomen, hielden we onze mond en werkten stug door. Totdat we op een avond koffie gingen drinken bij Jonathans ouders. Ik maakte een grapje over de gesloopte muur en toen ging het mis. Jonathan liep rood aan en schreeuwde: ‘Nee jij dan! Jij doet al drie weken over twee deurposten. Dat schiet op, kluswonder!’ Toen hij zo tegen me schreeuwde, had ik het opeens helemaal gehad. Met overslaande stem riep ik terug dat zelfs Bob de Bouwer nog betere klusskills heeft, waarop Jonathan uit zijn dak ging. Binnen twee minuten schreeuwden we zo hard dat de hele buurt kon meegenieten. Mijn schoonmoeder pakte trillend haar koffiekopje op, ik rende hysterisch huilend naar boven. Ik was er echt klaar mee. Zo’n ruzie hadden we nog nooit gehad.”

‘Ik wil zijn vader nooit meer over de vloer als wij klussen’

Flair-Doe het lekker zelf-Sep 2011

Hoe voorkom je dat het, ondanks alle stress, tot zo’n explosie komt? Jeannette: “Nu komt die goede voorbereiding om de hoek kijken. Voordat je aan een project begint, is het belangrijk eventuele valkuilen te bespreken. Is je vriend een introvert type? Vraag of hij zijn best wil doen om zijn ergernissen te bespreken voordat de bom barst. Maak ook een realistische tijdsplanning. Werk jezelf niet de blaren op je handen, maar neem af en toe een avondje vrij en ontspan met z’n tweeën. Je zult zien dat alles na een avond ontspanning dubbel zo snel gaat. Heb je geen tijd een avondje vrij te nemen, schakel dan hulp in van vrienden of familie, of spreek af: we gaan nog een keer tot ’s nachts door en daarna gaan we iets leuks doen. Zo wordt het geen uitzichtloze uitputtingsslag. Want juist door vermoeidheid ontstaan de grootste ruzies. Je ziet alles negatiever en gaat alleen maar meer fouten maken, omdat je over je grenzen heen gaat. Probeer dus te vermijden dat je zwaar oververmoeid raakt.” Collega Jeanine (33) en haar vriend kwamen tijdens de verbouwing van hun huis in tijdnood. Om verloren tijd in te halen vroeg Jeanines vriend of zijn vader een paar avonden kwam helpen. Jeanine: “Menno’s vader is een beste man, maar ik wil hem nooit meer over de vloer als wij klussen. Nadat we een uitbouw hadden geplaatst, zou hij Menno helpen met de nieuwe vloer, terwijl ik de raam- en deurposten verfde. Hij was nog geen vijf minuten binnen of hij vertelde me al dat ik mijn schuurpapiert verkeerd vasthield. En dat ging zo maar door. Als ik schuurde, zei hij: ‘Die deurpost is je oma niet, doe eens wat harder je best’ en als hij toe was aan pauze tikte hij op mijn schouder en zei doodleuk: ‘Koffie graag, en niet zo’n Haags bakkie.’ Na twee avonden heb ik Menno voor de keuze gesteld: of zijn vader eruit of ik. Hij vond dat ik dankbaar moest zijn voor zijn hulp en liet hem de volgende avond gewoon weer komen. Ik ben pas doorgegaan met klussen toen zijn vader weg was.”

‘Doodleuk scheurde hij mijn behang er weer af’

Jeannette Bolck: “Dit is altijd een lastige. Ergens is het logisch dat Jeanines vriend het opneemt voor zijn vader, omdat hij zijn vrije tijd opoffert om te helpen, maar dat betekent niet dat hij Jeanine ook de les mag lezen in haar eigen huis. Wil je ruzie met klusvrijwilligers voorkomen? Zeg dan rustig: ‘Fijn dat je helpt, maar de dingen die ik doe, doe ik op mijn eigen manier.’ Durf je dat niet, omdat het om je schoonouders gaat, laat je vriend dan tegen hen zeggen dat het best wat minder kan met die opmerkingen. Zo voorkom je beladen discussies.”

Nine (32) heeft een vriend die alles veel beter weet als het om klussen gaat. Nine: “Koud een week nadat ons nieuwbouwappartement werd opgeleverd, kon ik Martin al achter ons nieuwe behang plakken. We hadden van tevoren afgesproken dat ik de eerste drie dagen alle slaapkamers zou verven en behangen. Martin zou daarna de vloer leggen en alles afwerken. Toen ik na een dag werken even bij hem kwam kijken, stond hij doodleuk het behang dat ik op de muur had geplakt eraf te scheuren. Zijn uitleg: hij had er een luchtbelletje onder gezien. Ik zei dat ik het belachelijk vond, maar dat weekend stond hij ook de verwarmingsbuizen die ik had gelakt opnieuw te verven. Hij gedroeg zich alsof ik een nietsnut ben en hij het klussen heeft uitgevonden!” Myrthe (27) herkent dat. Haar vriend gedroeg zich tijdens het klussen net zo betweterig en schold bovendien iedereen uit die in zijn buurt kwam. Myrthe: “Op een gegeven moment was het zo erg dat de kinderen verdwenen zodra Pascal zijn gereedschapskist tevoorschijn haalde. Toen hij als een klein kind op de grond stond te stampen en tegen zijn hamer tekeerging, heb ik gezegd: ‘Ik wil dit niet meer. We moeten hier afspraken over maken. Het kan niet zo zijn dat niemand in de kamer durft te komen als jij klust.’ We hebben nu afgesproken dat hij zich probeert in te houden als er iemand bij is. Mocht er echt iets misgaan waardoor hij stoom moet afblazen, dan zegt hij dat rustig en ga ik even weg. Heel kinderachtig dat het zo moet, maar tot nu toe werkt het prima.”

Jeannette Bolck vindt dat Myrthe het goed heeft aangepakt en geeft mij ook de tip om afspraken te maken voordat wij beginnen aan de zolderverbouwing en de nieuwe tuin. “Een verbouwing of verhuizing moet je benaderen als een zakelijk project. Als er op je werk iets moet gebeuren, leg je van tevoren vast wie wat doet en waarom. Ieder heeft immers zijn of haar kwaliteiten. Waarom zou je dat niet doen bij een groot project als een verbouwing? Ga van tevoren aan tafel zitten en bekijk hoeveel tijd jullie voor de verbouwing hebben. Is het realistisch om de klus in die tijd te klaren? Spreek daarna af wie wat doet en dat je elkaar niet onnodig corrigeert. Bang dat je last krijgt van opgekropte ergernissen? Beloof elkaar dan dat je alles op tijd uitspreekt en dat je af en toe ook apart klust. Voortdurend op elkaars lip zitten is niet gezond. En ook belangrijk: maak afspraken over het financiële plaatje en avondjes vrij. Des te vollediger je contract, des te minder kans dat er oorlog uitbreekt tijdens het klussen.”

Met nog 31 dagen op de kalender voordat bij ons thuis het dak er letterlijk afgaat, schuif ik met mijn vriend aan tafel om afspraken te maken. Belofte 1: we plannen extra tijd in tussen de plaatsing van de dakkapel en de aanleg van de tuin. Belofte 2: ik ben chef-dakkapel, hij chef-tuin. Dat betekent dat een van ons de volmacht heeft knopen door te hakken als er problemen zijn. De ander mag zich daarmee niet bemoeien. Zeker niet als hij voor zijn werk in Engeland zit. En belofte 3: we zullen elkaar na de komende klusmaand nog steeds welterusten wensen. Kinderachtig om zo’n zelfgemaakt contract allebei te ondertekenen? Misschien wel. Effectief? Ik hoop het. Ik wil nog lang geen verkoopbord in de tuin.

Tekst: Priscilla Borgers

Illustratie: Kristel Steenbergen